Opossum
Opossums zijn buidelratten die er uitzien als grote eekhoorns. Ze zijn er in vele soorten en maten en komen werkelijk overal voor. In de stad leven ze in de parken en op daken - ze worden ook wel roof rabbits genoemd - en daarbuiten zijn ze overal waar ze maar voedsel kunnen vinden. De grijze opossum komt het meest voor.
Quokka
De quokka is een kleine kangoeroesoort. Hij heeft iets weg van een beverrat en is niet veel groter dan een haas. Hij beschikt echter wel over een buidel en springt op de zelfde manier door het landschap als de kangoeroe.
De quokka leeft vooral in moerasgebieden. Vroeger kwamen ze voor in heel Australië, maar door de jacht en de komst van de vos zijn ze in veel gebieden uitgestorven. Voor de zuidwestkust van Australië liggen twee eilanden waar ze nog wel in grote aantallen voorkomen.
Deze mini-kangoeroes zijn totaal niet schuw en dan ook een leuke attractie voor toeristen die een bezoekje brengen aan de eilanden.
De grote suikereekhoorn
Dit is een vliegend buideldier. De grote suikereekhoorn beschikt over een behaarde huidplooi tussen zijn ellebogen en voeten die hij kan uitstrekken tot een grote lap. Hiermee kan hij glijvluchten maken van soms wel 60 meter van boom tot boom. Zijn ogen en oren zijn er zo op aangepast dat hij ook in het donker perfecte vluchten kan maken.
De suikereekhoorn houdt van zoetigheid, hij heeft een voorkeur voor nectar en het sap van eucalyptusbomen. Om dit zoete sapje te verkrijgen maakt hij met zijn tanden een inkeping in de bast van de boom. Het vliegende buideldier kun je tegenkomen in de bossen van oost-Australië.
De buidelmiereneter / numbat
Ooit leefde de buidelmiereneter, oftewel de numbat, in heel South Australia. Sinds de komst van de Europeanen in Australië is het echter een met uitsterven bedreigde diersoort geworden. Dit onder andere omdat de Europeanen de vos in Australië invoerden. Het dier is zeer zeldzaam geworden en komt alleen nog voor in de bossen van het zuidwesten van Australië.
De buidelmiereneter is het enige buideldier wat alleen overdag actief is. Hij zit dan in zijn hol of nest, of in een holle boomstam. De buidelmiereneter heeft geen buidel. De jongen klemmen zich vast aan de vacht van de moeder.
Hij heeft het formaat van een grote rat en zijn vacht heeft een mooie rood-bruin-grijzige kleur met strepen. Hij beschikt over sterke klauwen en een tong van wel 10 cm. Hiermee maakt hij termietennesten open, om de termieten of mieren vervolgens met zijn kleverige tong naar binnen te likken. Per dag eet hij wel zo'n 10.000 tot 20.000 termieten!
Buidelmol
De naam zegt het al, buidelmollen hebben een aardige gelijkenis met normale mollen. De kleine dieren hebben een rond lichaam, zachte vacht, korte poten, en gaan al gravend door het leven. Buidelmollen hebben geen oorschelpen en zijn zo goed als blind. Ze eten voornamelijk insecten. Aangezien buidelmollen veel onder de grond leven, zul je ze niet zo snel tegen komen.
De gevlekte koeskoes
De gevlekte koeskoes bevindt zich net als de koala het liefst in bomen. De koeskoes breng de dag slapend door en gaat 's nachts op zoek naar bladeren. Hij heeft een lange staart die helemaal opkrult als hij rust.
Ook bij het klimmen komt zijn staart van pas; de staart krult zich om takken en werkt op die manier als vijfde hand. De gevlekte koeskoes is te vinden in noordoost-Australië.