Het luchtalarm gaat af. Of toch niet? Blue King Brown speelt al vijf minuten lang om de zaal op te warmen, als opeens een sirene klinkt. Het moment waarop zangeres Natalie Pa'apa'a het kleine overvolle podium betreedt.
In haar oren enorme gouden oorbellen. Haar donkere haar verstopt achter een kenmerkende zwarte doek. Pa'apa'a heeft wel wat weg van soulzangeres Erykah Badu.
Mengelmoes aan stijlen
Afgelopen 29 juni stond Blue King Brown in de kleine zaal van Paradiso in Amsterdam. Tijdens het concert klinken voornamelijk zonnige, vrolijke nummers. Pa'apa'a rapt op snelle ritmes, maar ook reggae klinkt door de met wietlucht gevulde zaal.
Het is moeilijk Blue King Brown een etiket op te plakken. Het ene moment klinken ze als Bob Marley en het andere moment hebben de nummers meer weg van funk, blues en zelfs rock. Ook is de Australische band niet bang van elektronische geluiden als sirenes en een soort vuvuzela.
Hoewel het genre van Blue King Brown dus moeilijk onder één noemer te brengen is, lijken de nummers wel veel op elkaar. Altijd domineren de drums die dezelfde soort ritmes aanhouden. Tussen de nummers in wordt daarnaast weinig pauze genomen, waardoor de muziek non-stop doorgaat.
Van de straat
De Australische Pa'apa'a richtte samen met basgitaarspeler Carlos Santone in 2004 de band Blue King Brown op. Daarvoor maakten de twee altijd samen muziek op de straten van Byron Bay. Ze gebruikte daarbij veel trommels en ander slagwerk.
Na hun verhuizing naar Melbourne werd Blue King Brown steeds bekender. Hun debuutsingle Water viel in de smaak en de band kreeg hier zelfs een Australische AIR Chart Award voor in 2006.
In oktober van dat jaar kwam ook hun eerste album Stand up uit. Op dit moment zijn ze met een nieuw album bezig die waarschijnlijk eind 2010 uitkomt in Nederland.
Muziek met een boodschap
De teksten schrijft Pa'apa'a grotendeels zelf. De zangeres wil graag een boodschap meegeven aan haar publiek. De kracht en de energie die vrijkomt bij het maken van muziek moeten we met z'n allen omarmen, rapt ze.
Geregeld staan de bandleden met gebalde vuisten in de lucht op het podium te verklaren dat ze tegen armoede, oorlog en ongelijkheid zijn. Niet op een vervelende, prekerige manier, maar oprecht en met overtuiging.
Meer afwisseling
Tijdens het concert zijn er veel instrumentale intermezzo's, waarbij één bandlid centraal staat. Vooral percussionist Salvador Persico laat zien dat hij zijn instrument goed beheerst. De achtergrondzangeressen krijgen hun moment of fame: de een zingt een niet zo geslaagde reggae versie van Roxanne en de ander een soort Maori lied, inclusief rare handgebaren.
Blue King Brown heeft talent en speelt met passie. Maar meer afwisseling tussen ritmische en rustige nummers, waarbij het slagwerk wat minder domineert, zou het geheel nog sterker maken.