Na onze Great Ocean Road rit, besloten we op een camping in de buurt van de twaalf te overnachten, om zo de grote drukte voor te kunnen zijn. Er gaan namelijk busladingen vol toeristen naar dit mooie fenomeen. Omdat we met zijn drieën deze tocht hadden gemaakt en slechts één iglotentje hadden, besloten een van de reisgenoten en ik in de auto te slapen. Niet wetende dat onze grote stationwagen in een nachtelijke ijskast veranderde toen de temperatuur begon te dalen. Het werd een ijskoud nachtje.
We zetten onze wekker lekker vroeg, al om vier uur, om er zeker van te zijn de zonsopkomst om zes uur te kunnen aanschouwen. Vernikkeld en stijf openden we de deur van onze stationkoelkast, wat een slechte nacht was dat. Geen aanrader, de reisgenoot die in de tent sliep had heerlijk geslapen en geen kou gehad. Maar goed, onder het mom 'je moet alles een keer beleven' kon dit ook van de lijst.
Na een snel ontbijt konden we op pad. Heel voorzichtig draaiden we de weg op. Ons was verteld dat kangaroes in de vroege ochtend de dauw van de weg drinken. Het was aardedonker op de weg en we zagen weinig door de slechte verlichting van de auto. Met een slakkengangetje van veertig kilometer per uur reden we naar The Twelve. Overigens geen kangaroe gezien op de hele weg heen en terug.
En daar waren we met nog zo'n tien vroege vogels op het donkere terras bij The Twelve. Het zou nog anderhalf uur duren voordat de zon opkwam, maar we waren in ieder geval op tijd. Maar wat duurde het lang. Een warme jas hadden we natuurlijk niet ingepakt, het was immers zomer in Australië. Ik snapte ineens waar de term ijsberen vandaan kwam, van de kou ga je vanzelf heen en weer lopen. En wij maar denken dat ijsberen het warm hebben. Vanaf het donkere strand onder het terras hoorde je honderden kleine pinguïns afgrijselijk krijsen. Alsof er honderden baby's lagen te brullen. Je haren gingen ervan overeind staan, maar warm kreeg je het hier ook niet van.
Toen eindelijk een lichter stukje in de donkere hemel op te merken was, bleek dit een startsein voor de chauffeurs van tientallen touringcars om het parkeerterrein op te draaien. Weg idyllisch moment van de het bekijken van de zonsopgang met je eigen gedachten. Tientallen toeristen verdrongen zich op het terras en een luid gekakel barstte los. Het zicht op The Twelve met de opkomende zon was er niet minder om, wat een spectaculair gezicht. Maar het alleen-op-de-wereldgevoel was wel meteen verdwenen. Op de foto's zie je daar niets van, The Twelve staan heerlijk rustiek met hun voeten in het water. Zich niets aantrekkend van de rumoer op het terras. De ervaring blijft evengoed prachtig. Al zou ik de volgende keer wel in een warme touringcar reizen.