Wat gebeurt er als je elf leeuwen en elf kangoeroes samen loslaat op een veld? Nou, eigenlijk niet zoveel meer dan dat ze anderhalf uur rondrennen en lafjes proberen aan te vallen. Geen slachtpartijen, geen drama's. Tenminste, niet in de vriendelijke voetbalwedstrijd tussen Nederland en Australië van vorige week.
Opgetuigd in onze oranjekostuums (zelfs Duitse vriend Freddy had een oranje stropdas om) gingen ongeveer tien van mijn internationale vrienden en ik naar de kroeg in Newtown om 'onze mannen' te supporten.
Helaas waren we eenzaam in deze strijd: naast ons enkel Aussies met een pint James Boag in hun hand, aangekleed in Australische kleuren geel en groen. Ze keken agressief, en schreeuwden tegen onze lieve leeuwen. Tegen hun 'coooommeeeeeee oooooooooon Ooooooz!' kon ons volkslied en laffe 'hup Holland hup' niet op. Misschien is het maar goed dat het 0-0 werd die avond...
Sowieso heb ik het idee dat de Nederlandse 'we-houden-echt-wel-van-voetbal-maar-niet-van-het-zelf-doen' mentaliteit niet opkan tegen de Australische sportliefhebberij. De sportscholen gaan hier rond vijven 's ochtends open, de bodypump- en spinklasjes om zes uur zijn bijna standaard vol.
Wie rond half zeven rustig over het voetpad loopt met een broodnodige kop koffie, wordt gegarandeerd bijna omvergerend door een fanatieke hardloper. Waar ik mezelf al als een ware bikkel beschouw als ik om een respectabele half acht 's ochtends lafjes een rondje ren, heeft mijn buurman de tien kilometer al bijna achter de kiezen. Sydney is een mengelmoes van uberfanatieke sporthelden en MacDonalds-minnende dikke kindertjes met dito ouders.
Mensen in deze laatste, minder sportieve categorie, kunnen altijd nog fanatiek fan worden. Minstens net zo intensief als het sporten zelf: wie denkt dat Ajax-fans actief zijn mag een kijkje komen nemen in Sydney. Bij de laatste NRL (National Rugby League) struikelden de fans zowat over elkaar heen in de kroeg.
Laat staan in de stadions zelf: allen gehuld in de kleuren van hun favoriete team (inclusief sjaal: al is het 35 graden, dat ding moet om!) wordt er flink wat afgeschreeuwd.
Toen ik laatst naar het stadion ging voor een wedstrijdje 'footy' (een soort combinatie tussen voetbal en rugby) moest ik er dan ook aan geloven: in de wit-rode kleuren van het Sydney team moest ik schreeuwen en juichen bij elke punt. Nu is dat nogal moeilijk, gezien er twee teams van achttien kerels door elkaar heen rennen en onmogelijke moves maken die doelpunten voor moeten stellen. Favoriete leus tijdens dit hele spektakel: 'Aussie Aussie Aussie, oi oi oi!'.
En zo blijkt maar weer, zelfs na tien maanden in Sydney zijn er nog een heleboel punten waarop ik nog wat meer kan integreren. Ik roep al te pas en te onpas 'no worries', drink elke ochtend een flinke 'skinny latte' (magere koffie verkeerd) en vind regen tegenwoordig een aangename afwisseling.
Nu nog elke ochtend om zes uur naar de plaatselijke 'gym', de regels van footy leren en even een supporterssjaal aanschaffen en ik ben een echte Sydneysider!
Femke