21 jurken, 12 rokjes en een t-shirt of 30 bevonden zich in mijn koffer op het moment dat ik op het vliegtuig naar Sydney stapte. De tot op het laatst gedragen topjes in mijn handbagage daarbij niet meegerekend. Na maanden noodgedwongen in grofgebreide vesten en gevoerde laarzen rondgelopen te hebben, was ik blij dat ik mijn zomergarderobe tevoorschijn kon toveren. Het advies van een vriendin, een permanent inwoonster van Sydney, om jassen thuis te laten en alleen een vestje mee te nemen 'voor 's avonds', klonk mij als muziek in de oren. Weg met het thermo-ondergoed, Sydney here I come!
Bij aankomst in Bondi regende het voor het eerst in vier weken tijd. Aangezien het merendeel van de mensen rondliep met een rode neus en vellen op de rug, was deze verkoeling voor hen meer dan welkom. Niet voor mij. Na een week was ik door mijn lange broeken heen en begon ik me oprecht af te vragen of ik niet beter regenlaarzen in plaats van slippers mee had kunnen nemen. Daarbij kreeg ik steeds sterker het vermoeden dat alle inwoners van Bondi Beach met elkaar op een geheime locatie bier zaten te drinken, polonaise liepen en volksliederen zaten te zingen. Als ik toch eens kon achterhalen waar, dan zou ik niet meer noodgedwongen in het internetcafé hoeven te zitten (de kans een mail te ontvangen op het moment dat het in Nederland nacht was, achtte ik sowieso vrij klein).
Dit alles veranderde in mijn tweede week. Want met het verschijnen van de zon, kwam er leven in Bondi. Uit alle hoeken en gaten verschenen surfers, hardlopers, zwemmers, winkelaars, koffie drinkers en strand liggers. Wat is Bondi mooi als de zon schijnt. En niet op zijn minst omdat de hele bevolking uit atleten, modellen en bodybuilders lijkt te bestaan. Nadat ik had besloten niet achter te blijven en mijn witte buik te lijf te gaan, kwam ik al snel tot de ontdekking dat sporten in Bondi allerminst een straf is.
Neem zwemmen. Waar ik in het Amsterdamse Marnixbad met mijn neus het achterwerk van de persoon voor mij aan kon tikken, ontdekte ik hier Icebergs. Een zwembad aan zee waar de golven op de rotsen kapot slaan en in het bad neerstorten. Niks geen onoplettende rugzwemmers die je pas in de gaten hebt als je hun haar al in je nek voelt, maar drie, maximaal vier personen in een baan.
Ook hardlopen bleek hier geen rondje Vondelpark. Rennend langs de kust richting Tamarama en Bronte waande ik me in Panorama Mesdag. Met als aangename bijkomstigheid dat de Noordzee en Scheveningse duinen waren ingeruild voor de Stille Oceaan en een gigantische partij rotsen. Hier nog steeds van onder de indruk, beleefde ik de klapper op het gebied van sport vanochtend. Ik moet uitleggen dat mijn verlangen naar warmte er in de laatste weken in Amsterdam toe had geleid dat ik me inschreef voor een les Bikram Yoga. 'Bikram yoga is een serie van klassieke yoga houdingen in een verwarmde ruimte van 38 tot 40 graden Celcius.'
Na me negentig minuten in deze ruimte bevonden te hebben, had ik de huid van een vrouw van tachtig en draaide de ruimte in rap tempo rond mijn yogamat. Ik dacht yoga voor de rest van mijn leven afgezworen te hebben, tot ik mezelf hoorde instemmen met een sessie Yoga At The Beach in Bondi. Vanochtend was het zover. Op een plateau boven zee rolde ik mijn matje uit. Na aanvankelijk met gesloten ogen op mijn rug te hebben gelegen, kwam ik na een minuut of vijf voor het eerst overeind. Ik zag de surfers in de baai, luisterde naar de zee en snoof zoveel frisse lucht op, dat ik er nu nog steeds high van ben.
Wat is Bondi mooi.