Wat zijn ze schattig hé, die konijnen in Australië. Toch zijn de Aussies zelf helemaal niet zo dol op deze Europese indringer. Want die beesten die fokken als.. tja, konijnen én ze eten het hele landschap kaal. Vreemd genoeg drong dat niet door tot Thomas Austen en hij had als Brit toch beter moeten weten. Op een mooie dag in 1859 zette deze Britse boer 24 konijnen en hazen uit op zijn landgoed Barwon Park in Winchelsea, Victoria.
Volgens Austin waren de beesten leuk om op te jagen. En een paar van die schattige konijnen in Victoria, het zou een weer wat meer op thuis lijken. Liep dat even anders! Dertig jaar later had Australië te maken met een heuse konijnenplaag. Het lekkere klimaat beviel de bunnies wel en behalve de mens had het dier absoluut geen vijanden.
In 1900 huppelden de konijnen door het hele oostelijke gedeelte van het continent. Konijnen krijgen ongeveer vijf kinderen per keer en dat vijf keer per jaar! Die stoute konijnenvrouwtjes beginnen ook al met kindjes terwijl ze pas vier maanden oud zijn. Het landschap raakte behoorlijk aangetast door de kleine knagers. Behalve planten en struiken zijn de konijnen ook echte liefhebbers van zaden, waardoor hele oogsten de mist in gingen. Oorspronkelijk groene gebieden als Philip Island werden bijna volledig verwoest. Andere dieren zoals de stormvogel stonden op de rand van uitsterven.
Rabbit Proof Fence
Om een indicatie te geven: als je drie uur ging jagen op konijnen kwam je makkelijk met een vangst van 1.200 stuks terug. De Aussies waren de dieren ondertussen behoorlijk zat. De Intercolonial Royal Commision had zelfs 25.000 pond over voor de persoon die een oplossing had voor de konijnenplaag. Dit zonder effect trouwens.
De Australische regering besloot maatregelen te nemen en startte met de bouw van het langste hek ter wereld: 'de Rabbit Proof Fence' (ja die van de film). De Rabbit Proof Fence liep vanaf Starvation Boat Harbour aan de Southern Ocean tot Port Hedland in Western Australia en maakte een grote diagonale scheidingslijn door het continent. Toen dit enorme project na vier jaar eindelijk klaar was zaten de konijnen al lang ook in het westelijke gedeelte van het land.
De regering besloot aan de westkant een zelfde hek op te zetten die bijna volledig diagonaal zou lopen met de eerste. De hekken kregen zeer toepasselijk de namen no1 Fence en no2 Fence. Later kwam daar zelfs nog een no3 Fence bij die het zuid-westelijk stuk van Western Australia konijnvrij moest houden. In 1907 toen de drie eenmaal verbonden waren had het hek een lengte van liefst 3256 kilometer!
Rond 1930 kreeg de Rabbit Proof Fence behoorlijk veel kritiek. Op dat moment leefde er namelijk meer konijnen binnen het stuk dat was afgezet dan daar buiten. Eigenlijk had het hek absoluut geen zin aangezien de bunnies er gemakkelijk overheen klauterden of zich een weg onderdoor wisten te graven. Je kunt dit beroemde hek nog steeds vinden in Australië ook al heeft het op dit moment geen enkele functie meer. Er is een 1170 kilometer van over, onder de naam Emu Fence of State Barrier Fence.
Survival of the fittest
Na het mislukte hek-project kwam de regering in de jaren '50 met een nieuw idee: het Myxomavirus. Hier kregen de konijnen de ziekte Myxomatose van. Het virus miste zijn effect niet. Enkel de konijnen hadden er last van en de populatie kromp binnen twee jaar met bijna negentig procent. Maar toen gebeurde er iets anders, iets heel logisch, namelijk natuurlijke selectie. De konijnen die overbleven waren immuun voor het virus en zorgden voor een nieuw gemuteerd soort dat absoluut geen last had van Myxomatose.
Tegenwoordig wordt het Myxomavirus nog steeds gebruikt. Hierdoor kan men de totale populatie met zo'n 5 tot 25 procent terugdringen. Dit verschilt per streek. Maar dé oplossing is het zeker niet. Iedere keer weten de konijnen zich opnieuw aan te passen en moet er weer een nieuwe variant van het virus gezocht worden. De konijnenpopulatie blijft groeien. Het is dus nog even wachten tot het spreekwoordelijke juiste konijn uit de hoed wordt getoverd en iemand met de juiste oplossing komt.