Campervan, check. Een volle tank, hoofdlamp en ‘barbie’-gear, check. Links rijden. Eh... check? Daar slingeren we dan. Torenhoge palmbomen. Scherpe bochten. En verkeersborden met kreten als: ‘Cassowary crossing zone.’ Al vanaf moment één was onze roadtrip door Tropical North Queensland een gróót avontuur.
Dieper in het binnenland maken de palmbomen plaats voor woestijnbloemen. Het zand kleurt langzaam roder. Veehouderijen komen tevoorschijn. De thermometer loopt op. Steeds minder auto’s passeren. Gravelwegen. En dan, totale leegte. Het is ontzettend onwennig. Iets dat je zélf moet ervaren.
Daarom puften mijn collega Anouk Arts en ik twaalf dagen lang met onze campervan dwars door Queensland, van kust naar Outback. Torenhoge watervallen, lavatunnels en eindeloze horizonnen; Tourism Tropical North Queensland stelde een spetterend programma voor ons samen, met een duurzaam randje. Hoe onze reis er precies uitzag? Prepare for paradise!
Bezienswaardigheden in Tropical North Queensland
Dag 1-2: Cairns
Na een vlucht van bijna 24 uur met Singapore Airlines, begint onze rondreis door het noorden van Queensland in het toeristische kustplaatsje Cairns. Door de relaxte beach-vibe die hier hangt, vormt de tropische stad de perfecte plek om eventjes bij te komen van je jetlag. Wel zo fijn voordat je achter het stuur kruipt.
Zo lopen we de eerste avond over de promenade. Rifboten dobberen op het kalme water, terwijl aan de andere kant van de steiger sfeerlichtjes en geroezemoes de restaurants en backpackersbars vullen. Zelf kiezen we een eettentje in de haven uit: Ochre Restaurant. Direct aan het water snack je hier van allerlei verse zeevruchten. Eet je liever letterlijk tussen de vissen? Dan vormt Dundee’s at the Aquarium – de naam verklapt het al - een ‘visrijke’ ervaring.
Natuurlijk trekt Cairns niet zomaar zoveel reizigers aan: dagelijks vertrekken er vele tientallen boten richting het wereldberoemde Great Barrier Reef. Maar voordat je met je duikbril en gastank tussen de vissen plonst, is het wel zo leuk om te weten wat je überhaupt allemaal ziet. Bij Reef Teach leren marinebioloog Gareth en Master Reef Guide Abby je op een interactieve en zeer vermakelijke manier álles over de gezondheid van en het leven in het Great Barrier Reef. Gróte aanrader!
Duurzame reistips:
- Overnacht bij het nieuwe Riley Hotel, wat onlangs een award heeft gekregen voor 'Best Environmental Program'.
- Leer bij Reef Teach van marinebiologen over de gezondheid van en leven in het Great Barrier Reef.
Dag 3: Fitzroy Island
Vroeg in de ochtend loopt de motor van de ferry naar Fitzroy Island al warm in de haven van Cairns. Acht uur stipt zien we de kustlijn van de stad achter ons wegvagen. Een steile bergtop kruipt langzaam dichterbij. 45 minuten later komen we aan in een compleet andere wereld.
Fitzroy Island is alles wat je verwacht van een tropisch eiland. Palmbomen wuiven je sierlijk welkom. Koraalriffen versieren de kustlijn, samen met enorme keien. Af en toe steekt een schildpad zijn kop boven water. En een inactieve vuurtoren waakt over het eiland.
Bijzonder is het Turtle Hospital. In de namiddag neemt verzorgster Sheree ons mee naar het opvangcentrum. Ze vertelt over de schildpadden. Hoe Jules binnenkwam met een speer in haar rug. En hoe de altijd vrolijke Posha al drijvend werd gevonden met een buik vol plastic, beter bekend als het floating syndrome. Posha drijft nog steeds, maar zwemt ook weer rond. En Jules’ schild is bijna geheeld. Over een paar weken mag ze de zee zelfs weer in!
Leuke (duurzame) reistips:
- Blijf tijdens je rondreis door Australië een nachtje slapen in Fitzroy Island Resort.
- Bezoek het Turtle Hospital op het eiland, en leer meer over de zieke schildpadden en hoe jij kan helpen.
Dag 4: Atherton Tablelands
Als we weer met onze voeten op het vaste land staan, halen we onze campervan op. Nog geen uur later zitten we erin. Anouk achter het stuur, ik ernaast. Wiebelend op onze stoelen, ons Outback-avontuur gaat beginnen.
Papaja Please!
Onze eerste stop is bij een koffie- en papajaplantage vlakbij Mareeba, waar Paul en zijn vrouw Candy ons uitnodigen voor een lunch. Candy vertelt dat haar ouders de koffieplantage tien jaar geleden hebben gekocht. “We voegden papaja toe, omdat je het elke week van het jaar kan oogsten.” En zo verkreeg Skubury haar identiteit.
Ik bestel de papaja-curry, Anouk gaat voor de burgervariant. En hoewel we beiden niet van papaja houden, likken we onze vingers er bij af. “We verbouwen koffie en papaja naast elkaar, dat maakt ons uniek,” vertelt Paul trots als we even later over de plantage lopen.
Koffie groeit beter in de schaduw van de papajaplant. Maar ook Moeder Natuur profiteert: alles wordt verbouwd op één stuk land. Daar komt nog eens bij dat alles wordt gerecycled en hergebruikt. Zo maakt Skubury van de papaja’s die niet verkocht worden lekkernijen als jam, pickled papaja en chutney. Zero waste!
Een snack voor vleermuizen
Met een zware krat vol papaja’s in onze armen, waggelen we naar het Bat Hopital. “De vleermuizen zijn er dol op,” zwaaide Paul ons uit. We leren dat het een traktatie is voor de gewonde diertjes, zoals chocoladetaart voor ons.
Verzorgster Jennefer vertelt dat de meeste vleermuizen zijn verlamd door een tekenbeet of verstrengeld zijn geraakt in prikkeldraad. Ze worden verzorgd, totdat ze weer sterk genoeg zijn om in het wild te overleven. Een enkeling is zo ernstig gewond dat hij nooit meer kan vliegen. Hij mag permanent blijven wonen in het ziekenhuis.
Duurzame reistips:
- Stop voor een lunch bij Skybury Cafe and Roastery, waar je met een heerlijke kop koffie uitkijkt over de 'zero waste' plantage.
- Breng een bezoek aan het Tolga Bat Hospital. Jouw entreegeld gaat direct naar de zieke vleermuizen.
Dag 5-6: Cobbold Gorge
De eerste campingnacht van onze rondreis door Tropical North Queensland brengen we door op NRMA Parks and Resorts. Er is niet veel te doen, dus vroeg naar bed. Wat betekent dat we ook weer vroeg op kunnen staan voor de beroemde Millaa Millaa Falls. Voor achten zitten we alweer in de auto.
‘Het dorp in de mist’ – zoals Millaa Millaa ook wel wordt genoemd – is nog maar amper ontwaakt als we binnenrijden. Maar haar grootste ster straalt altijd, waardoor we haar tot negen uur helemaal voor onszelf hebben. (Tip!) Met een goed sterk bakkie bij het lokale thee- en koffiehuis laten we de indrukwekkende kracht van de waterval op ons inwerken, terwijl de koeien ons aanstaren.
De magie van de Outback
Waar de Tablelands nog werden versierd met tropische palmen en groene weilanden vol koeien, moet Pinnarendi het doen met een verdorde variant. Asfalt verandert in gravel. Groen in oranje. Drukte in leegte.
We komen een mangoboom tegen. Kort daarvoor aten we nog een hapje bij Nadine, eigenaresse van de camping Pinnarendi Station. Zij vertelde ons dat er jaren geleden een boer was die een mangopit plantte langs de kant van de weg. Hij trommelde al zijn vrienden op om ervoor te zorgen. Haar vader hielp mee. Elke keer als hij erlangs reed, gaf hij de boom water. Als wij er staan, zit de boom vol met witte bloemen die zullen uitgroeien tot zoete mango’s. Dat is nog eens een levensverhaal!
Voorbij Georgetown zitten we echt in de wildernis. We komen geen enkel teken van leven tegen, op een paar huppelende wallaby’s na. De weg wordt slechter, ons bereik valt weg. De zon gaat onder en kleurt alles nog roder in. We stappen uit. Halleluja!
Peddelen door de kloof
De camping oprijden voelt vreemd. Twee uur lang zijn we niemand tegengekomen, opeens is er weer leven. We zijn inmiddels aangekomen in het hart van de Gulf Savannah, waar zich een oase verstopt tussen enorme zandstenen rotsformaties: Cobbold Gorge.
Voor dit hoogtepunt staan we de volgende dag vroeg op. Terwijl de zon nog maar net boven de horizon uitkruipt, staan wij al met onze helm op te luisteren naar de instructies van onze gids. Want we verkennen de kloof op een duurzame manier: we gaan suppen!
Een half uur later staan we met wankelende benen en twee linkerarmen op onze supplank. Anouk neemt zelfs meteen een duik in het water. Maar als we na een kwartiertje het peddelen redelijk onder de knie hebben, dringt het tot ons door hóe VET (!!!) dit is. Gigantisch oranjebruine rotswanden komen langzaam op ons af, geven het water een diepblauwe tint, bijna zwart zelfs. Sommige doorgangen zijn zo nauw dat we er nauwelijks tussendoor passen met onze boards. En bovenal: we horen alleen het geluid van onze peddels die het water raken. En af en toe een vogel die vrolijk fluit.
Duurzame reistips:
- Ga kamperen! Zet je tent op op de camping van Cobbold Gorge.
- Ga suppen door de kloof.
- Boek de Gorge tour en leer van een Savannah-gids alles over de omgeving.
Dag 7-8: Undara
Time to hit the road again! In zo’n vier uur rijden we naar Undara, de plek waar zo’n 190.000 jaar geleden een schildvulkaan uitbarstte die het landschap vulde met lava. Terwijl het oppervlak van de lava afkoelde en verhardde, bleef de binnenste laag stromen. Het resultaat: ’s werelds langste aaneengesloten lavatunnels.
Net voor Mount Surprise worden de eerste tekenen van de lava al duidelijk. Aan de rechterkant van de weg vergezellen bomen met groene bladeren het goudgele gras. Links is alles donker, tot hier is de lava ooit gekomen.
De tunnels zelf zijn nog fascinerender. Bij de ingestorte ‘open’ delen zijn nieuwe ecosystemen ontstaan, waardoor je via regenwoud naar de ingang loopt. De tot wel twintig meter brede en tien meter hoge tunnels doen je minuscuul voelen. En als je omhoog kijkt, grijpen rotswanden vol sierlijke patronen je aandacht.
Wallaby-walhalla
Als ik de volgende ochtend het gordijntje van mijn wagon opentrek, kijkt een wallaby me vragend aan. Rondom de oude locomotief waarvan Undara Experience accommodaties heeft gemaakt, huppelen honderden van deze springers rond.
We volgen in slechts een uurtje de blauwe trek rondom de camping. Na een goed half uur lopen, zien we twee oortjes boven de goudgele grassprieten uitsteken. Moeder kijkt alert op, afgaand op het geklik van Anouk’s camera. Als ze besluit dat de kust veilig is, laat ook het kleintje zich zien.
Achter ons horen we geritsel. We kijken om. Voordat we er erg in hebben, springt de rest van de familie voor ons uit. Dan verzamelen ruim dertig wallaby’s zich op tien meter afstand, in een open vlakte. Het licht van de opkomende zon geeft alles een gouden gloed. Wij blijven zitten. Kijken.
Leuke hoteltip: Overnacht in de oude locomotieven van Undara Experience en ontdek de lavatunnels tijdens een van de georganiseerde tours.
Dag 9-11: Port Douglas
Hoewel we het liefst de hele ochtend tussen de wallaby’s hadden gezeten, moeten we toch echt verder. Dus puffen we in onze campervan weer terug naar de kust van Tropical North Queensland. Verdrietig, omdat ons Outback-avontuur tot een einde komt.
Gelukkig staat er nog een groot hoogtepunt op ons programma: het Great Barrier Reef. En daarvoor settelen we ons in het havenstadje Port Douglas, een rustigere uitvalsbasis dan zijn grote broer Cairns. Eet hier vooral een hapje bij Zinc. Eigenaar Chris heeft zijn gerechten tot ware smaaksensaties gemaakt.
Finding nemo
Net als ik op het puntje sta om het water in te springen, trekt onze divemaster van Divers Den het stripje van mijn duikbril nog wat strakker. Eén hand op mijn belt. Eén op mijn bril en regulator. Naar de horizon kijken. En plons! Dobberend wacht ik op mijn buddy.
Dan laat ik lucht uit mijn vest lopen en zakken we zo’n achttien meter naar beneden. Het eerste wat ik zie is een witte rifhaai (geen grap). Daarna volgt er een scène uit finding nemo. Anemonen, napoleonvissen, hersenkoraal, doopvontschelpen, pijlstaartroggen en zelfs drie nudibranches. Het is een feest der herkenning onder water. Bedankt Reef Teach!
Het koraal is hartstikke kleurrijk en vooral bij Light Reef komen we in een waar tropisch visparadijs terecht. Ik weet een uur lang niet waar ik moet kijken. Dus nee, het Great Barrier Reef is nog lang niet dood. En ja, dit wil je zien. Het toerisme is niet de boosdoener. Sterker nog: het draagt juist bij aan zowel bewustwording als inkomsten voor onderzoek.
Ben je niet zo’n duikfan, maar wil je tijdens je rondreis door Australië wel het Great Barrier Reef ontdekken? Maak dan een zeiltocht met Sailaway. Met de zeilen vol in de wind, bezoek je unieke stukjes van het rif. Zo is Sailaway de enige organisatie in Port Douglas die toegang heeft tot Mackay en de Undine Cays. Spring met je snorkelset in het water of bekijk het koraal via de glazen bodem van de catamaran. En proost met een glas champagne. Want een deel van de opbrengst van jouw kaartje gaat direct naar het World Heritage Rainforest.
Leuke (duurzame) reistips:
Aboriginalcultuur
Onze laatste dag in Port Douglas spenderen we op een leerzame manier. Al om acht uur ’s ochtends staat de oprichter van Walkabout Cultural Adventures enthousiast toeterend voor ons hotel. Juan doet wat Spaans aan, maar behoort tot de Kuku Yalanji. “Mijn opa groeide op als jager en verzamelaar in de bush. Toen hij overleed, kwam de Iphone uit.”
Juan’s opa kwam uit de gestolen generatie. Als kind werd hij weggetrokken bij zijn moeder en broers, en naar de kerk gestuurd om ‘wit te worden’. Zes generaties lang zouden westerlingen kinderen krijgen met Aboriginals, precies lang genoeg om uiteindelijk witte kinderen op de wereld te zetten.
Onze eerste stop is het huis van Juan’s moeder in Coowa Beach. Daar halen we haar beroemde damper op, een Australisch brood. Dan pakken we de ferry en volgen we de scenic route door Daintree National Park.
Palmbomen vormen een regenkap waaronder we doorrijden. Rivieren kronkelen voor ons uit. Een cassowary steekt over. Dan rijden we het strand bij Alexandra Bay op en wijst Juan naar een eiland. “Struck Island leert onze kinderen om geen zelfmoord te plegen.”
Ik kijk naar het eiland en zie wat Juan bedoelt. Aan de achterkant zit een vrouw gekromd in haar kano, aan de zijkant zwemt de haai die haar man enkele minuten ervoor heeft opgegeten. Net toen de vrouw uit verdriet haar leven ook wilde geven aan de haai, veranderde de maan haar in steen.
En zo komen er meer verhalen. Juan leert ons over de tradities in zijn cultuur. We jagen op een muddy - een mangrovekrab - en eten hem op. Bespelen de didgeridoo. Kleuren onze armen in met stenen (wuba), waarbij we leren dat het krijt vol zit met mineralen. En eten groene mieren: “Twenty ants a day, keeps the doctor away,” grijnst Juan.
Dag 12: Thala Beach Nature Reserve
Terwijl de mieren nog door onze buik kruipen, rijden we alweer terug richting Cairns. Op zo’n een vierde van de route verstoppen luxe eco-bungalows zich tussen het dichtbegroeide regenwoud van Thala Beach Nature Reserve.
We ontbijten in het treetop restaurant, waar we nog net niet in de jungle zitten. Daarna staan we binnen vijf minuten op een parelwit strand vol kokosnoten. Achter ons kijken tropische varens uit over een helderblauwe zee. Dit is paradijs!
Hoteltip: Overnacht in de luxe eco-bungalows van Thala Beach Resort.
Beste reistijd voor Tropical North Queensland
Tropical North Queensland is, zoals de naam al doet vermoeden, tropisch. Dat betekent dat het er het hele jaar door lekker warm is. Maar dat het er ook zo hard kan regenen dat wegen onbegaanbaar worden. Vermijd daarom het regenseizoen tussen januari en maart.
Omdat het hoogseizoen van een rondreis door Tropical North Queensland in onze zomermaanden ligt, raden we aan om net ervoor of erna te gaan. In de maanden mei, juni, oktober en november is de temperatuur aangenaam en valt er weinig regen. En bovenal: het is buiten de vakantieperiode. Overweeg je om in september te gaan? Houd er dan rekening mee dat de Ozzies zelf vakantie hebben en Tropical North Queensland een populaire bestemming is in eigen land.
Routebeschrijving
Je begint en eindigt je rondreis door Tropical North Queensland in Cairns. Vanuit de tropische kuststad volg je een stuk van de Great Tropical Drive richting Atherton (State Route 52). Daarna pak je de State Route 25 naar de Millaa Millaa Falls, die overgaat in de National Route 1 richting Mount Surprise. Deze blijf je volgen. Je passeert Georgetown, waarna je bij Cobbold Gorge uitkomt.
Om vervolgens bij Undara te komen, volg je dezelfde weg weer terug. Na Mount Surprise neem je de afslag naar Undara Volcanic National Park. Daarna rijd je via Atherhon door naar Port Douglas (State Route 81 vanaf Atherton). En tenslotte over de State Route 44 langs de kust weer terug naar Cairns.