Aankomst in Australie
We zijn dus veilig aangekomen in Perth, Australie. Net voordat je gaat landen, krijg je een berichtje over het weer en zo. We dachten dat we het iets kouder zouden krijgen, maar vergeet het maar 35 graden en de zon scheen volop. Dus de trui en lange broek uit en de T-shirt aan en de pijpen maar losritsen. Aangekomen op Perth eerst op zoek gegaan naar accommodatie, want zo'n vlucht van ZA naar Oz is wel een hele toer. We zijn bijna 24 uur onderweg geweest en een tijd verschil van 6 uur vooruit ondergaan.
We hebben onderdak gevonden in Fremantle een stadje, net onder Perth. Een heel leuk visserstadje. We hebben onze tassen neer gezet en zijn gelijk naar bed gegaan en een gat in de dag geslapen. De volgende dag zijn we het stadje een beetje wezen verkennen en naar de replica van het Nederlandse VOC schip "de Duyfken" geweest. s' Avonds hebben we een schemertoer gedaan in de oude gevangenis van Fremantle. Wat heel erg leuk was. Een van de oude gevangenisbewaarders gaf ons een rondleiding en vertelde verhalen over hoe het vroeger ging. Af en toe zat er ook een schrikelement in, maar dat moet je zelf maar ondervinden. Het was echt hartstikke leuk.
De volgende dag zijn we vertrokken naar Perth, waar we op zoek zijn gegaan naar een auto. We hebben een leuk "autootje" gevonden: een Holden (Opel) Commodore V6 3.8 liter. Hij was groot genoeg om achterin te slapen en er zat ook wat kampeerspullen: stoeltjes, pannen, koelbox bij en een matras. Dus de koop ging door. De volgende dag wat blikvoer ingekocht en we waren klaar om te vertrekken. Het wijde Australië in, maar eerst nog 'Australianday' vieren in Perth: in de stad was heel wat te doen en s' avonds hadden ze vuurwerk en dat was schitterend mooi.
We zijn s' ochtends vroeg vertrokken richting het Noorden naar de "Pinnacles"; dit is een klein stukje woestijn waar allemaal pilaren van steen recht omhoog staan, sommigen 0.5 meter en andere wel 5 meter hoog. Dit is ontdekt door……. jawel een Nederlander (zijn naam weet ik niet, sorry). Als je op een uitkijkpunt staat zie je zelfs de zee liggen., Heel apart.
We zijn daarna verder gereden naar Kalbarri National Park. We hebben een poosje in het park rond gereden en daarna een slaapplek gaan zoeken. We zijn toen beland op een caravanpark genaamd Red Bluff en hebben toen voor het eerst in onze auto geslapen. Na eerst even een biertje gedronken te hebben en naar de sterren hebben gekeken.
De volgende ochtend waren we al vroeg wakker en zijn we vertrokken naar Monkey Mia. Hier worden dolfijnen s' ochtendsvroeg gevoerd en kun je hele mooie bootcruises maken. We kwamen s'middags laat in de middag aan, want op weg naar Monkey Mia kwamen we een super wit prive strandje tegen genaamd Shell Beach. Hier hebben we even een tussenlanding gemaakt en lekker gezwommen.
Aangekomen in Monkey Mia hebben we eerst weer een duik genomen (temp. Boven de 35 graden en wind stil) en een klein beetje wezen snorkelen (in de hoop dat de dolfijnen nog eventjes kwamen, maar nee dus….) en daarna hebben we, voor de volgende dag, een cruise geboekt die ons naar de "Mermaids" (Zeemeerminnen) zou brengen.
De volgende ochtend hebben we dus eerst naar het voederen van de dolfijnen gekeken (alle toeristen worden in een lijn gezet en een 'ranger' haalt een emmer met vis te voorschijn die hij aan de dolfijnen voert, Alex en ik vonden het op zich wel wat hebben, want zo worden de mensen goed geïnformeerd over het leven/bestaan van deze geweldige dieren. Maar aan de andere kant weer wat minder: echt een toeristenlokkertje waar goed geld wordt gemaakt)..
s' Middags zijn we met een catamaran naar de 'zeemeerminnen' gegaan. En we hebben er ook een paar gezien, geweldig om deze onderwaterwezens te zien. Zeemeerminnen zijn ook beter bekend als Dugongs of Manatee, het grote verschil tussen deze twee zit hem in de staart. De dugong heeft een staart als een dolfijn, terwijl de manatee een ronde staart heeft. Monkey Mia heeft één van de grootste populatie van dugongs ca 10.000, dit komt mede doordat voor de kust van Monkey Mia velden vol met zeegras te vinden is. Verder hebben we tijdens de cruise div. loggerhead- schildpadden, dolfijnen en zeeslangen gezien. Verder was leek het ook bijna een kampioenschap voor degene die het meest en het mooist zijn zonnebrandcrème te voorschijn haalde (veel wind, felle zon en een 'klein' gaatje in de ozon geeft je redenen genoeg om mee te doen aan dit kampioenschap).
Na de cruise wilden we s' avonds verder rijden naar het noorden, maar de temperatuurindicator van de auto werkte niet en die heb je hier echt nodig. Aangezien Monkey Mia een resort is gingen we dus op zoek naar een monteur in een stadje wat 20 km er onder ligt; Denham. Na wat rond gevraagd te hebben kwamen we bij een garage, waar helaas de monteur niet meer aanwezig was. De volgende ochtend stonden we opnieuw we bij de garage en die begon wat dingetjes te testen; hij dacht dat het aan de temperatuurzender lag en niet aan de elektrische bedrading. Die zender moesten ze bestellen en dat zou dan pas de volgende dag komen. We konden er wel mee rondrijden, maar moesten dan wel goed op het watertemperatuur letten. Dus regelmatig kijken onder de motorkap.
We hebben toen besloten om naar Carnarvon te rijden en daar onze auto te laten repareren. Een grotere stad, daar hadden ze vast en zeker een onderdeeltje wel op voorraad. Ik (Alex) heb ook even een paar keer aan het draadje zitten te friemelen en wat gebeurde er... de temperatuurmeter deed het weer, het lag dus wel aan de elektrische bedrading. Dus voor niets een nacht in Denham gebleven, maar zoals ze het hier zeggen: Better safe then sorry.
We zijn dus verder gereden naar het noorden, eerst naar Carnavon, waar we wat boodschappen hebben gedaan, en daarna door naar Coral Bay. Hier wilden we gaan duiken op het Ningaloo Reef. Maar toen we hier een beetje gingen rondvragen was er niet veel duiken, meer snorkelen. We hebben toen besloten om verder te reizen naar Exmouth waar wel meer aan duiken werd gedaan.
We kwamen s' avonds aan in Exmouth net tegen sluitingstijd van de duikscholen, maar we hebben toch nog even kunnen rondshoppen en een hele goede deal kunnen sluiten met een duikschool. Er was ook een camping vlakbij ongeveer 50 meter er vandaan, dus dat was ook snel geregeld. We hadden onderdak, onze auto, en de volgende drie dagen gingen we 6 duiken maken: 2 duiken op 2 eilanden net voor de kust, 2 op de Navy pier en 2 op het Ningaloo Reef; Alex en Jet waren super happy.
De volgende dag (middag) gingen we een duik maken op de navy pier, dus we hadden genoeg tijd om alle kreukels uit onze duikmateriaal te halen. Volgens insiders staat deze Navy Pier in de top tien van de beste duikstekken ter wereld. En ja dit is echt zo tijdens onze duik hebben we 3 verschillende naaktslakjes gezien (en de rest die we gemist hebben) een paar platwormen, wobbegong (een haaiensoort), white tip reef shark en heel veel verschillende soorten vis. GRANDIOOS, Dahab maar dan 10 keer mooier en niet diep 13 meter is het diepst hier.
Dus lekker lang duiken. Het nadeel was je gaat weer met andere mensen mee en moet je er ook eerder uit. Maar de instructeurs/ DM zijn hier heel makkelijk als je ze kwijt raakte en je was nog wel met je b! uddy kon je rustig door duiken en wat gebeurde er... (hi hi). Weer terug op de basis spullen gespoeld,even eten en dan naar bed, want de volgende ochtend weer vroeg op en we hadden 3 duiken op het programma staan voor morgen.
S' ochtendsvroeg waren we beide al vroeg klaar wakker en we konden niet wachten om te gaan duiken. We waren een groepje van 12 duikers en 2 guides. We hadden een mooie Catamaran en we voeren vandaag naar de Muiron Eilanden ongeveer 10 km noord oosten van de Exmouth.. Duiken waren geweldig: je zag meteen al super gezond koraal in alle verschillende soorten en kleuren.. De eerste duik was op de plek: 'Whaler bone'. Gezond koraal betekend ook veel leven en dat viel niet te missen. Heel veel verschillende 'christmastreeworms', veel kleine visjes in het koraal, fluitvissen en heel veel doorgangen door het koraal…. De tweede duik was op ' Ty's bommis' en hier hebben we verschillende 'Painted Grayfish' gezien, veel koraal.
Deze plek was iets kleiner dan de vorige, maar zeker erg mooi. Terug op de basis eventjes eten en terug naar de school waar we ons klaar maakten om een nachtduik op de Navy Pier te gaan doen. We wilden wel eens zien wat die 'haaitjes' in het donker allemaal uitspoken….. Net 5 minuten in het water hoorde ik een super raar geluid en het begin klonk als de song van Jaws… Ik keek geloof ik wat verstrooid naar Lex en die trok ook zijn schouders op… Even later stopte het en terug op het droge hoorden we dat het waarschijnlijk iets van de marine is geweest, maar wat is niet duidelijk. Bytheway die haaien hebben we niet gezien, veel te bang voor onze lampen denk ik… Wel een hele coole duik met veel visjes etc..
Zo dat waren al 4 duiken, dus nog 2 tegoed. Deze zouden we de volgende dag duiken op het Reef voor Exmouth: Het Ningaloo Reef… Ze zeggen wel eens bewaar het beste voor het laatst nou in dit geval was het super waar. Duik 1: Blizzard Ridge: we sprongen met z'n 2en het water in, ja zonder groep 'want we zouden ze toch weer kwijt raken' de DM zei zelfs: Go, Get lost!!' Dat lieten we ons geen 2 keer zeggen en we daalden meteen af naar 13 meter… Daar aan gekomen hadden super slecht zicht: ik denk een meter ofzo.. Nee geen stroming, regen of iets anders nee gewoon veel te veel vissen… Niet meer normaal, je kon gewoon niet lekker duiken!! Grapje natuurlijk: echt wat een vissen.
Scholen kleine- en grote visjes honderden bij elkaar, die ineens in div. groepen opsplitsen omdat er toevallig een grote vis langskomt die honger heeft. Bar! racuda's gezien en verschillende poets-stationnetjes en zelfs een Boedhabeeld (nee geen stikstof). Eigenlijk was dit gewoon mijn (Jet) duik: hier kwam je om de 5 minuten wel weer een ander slak tegen… We hebben zelfs de Exmouths Chormodoris gezien: die komt alleen hier voor!! (Yes, Marga je moet hier dus nog een keer naar toe!!).. Duik 2 tevens laatste duik in Exmouth, was ook een gave duik, maar kon de bovenste niet evenaren (Blue Spottend stingray, Giant Trevelly, schorpioenvissen etc etc)..
Na deze 2 duiken gingen we weer terug naar de school waar we onze spullen goed hebben uitgespoeld en hebben laten drogen, want de volgende ochtend wilden we weer verder rijden…
Tegen 7 uur waren we uit de 'veren' en hebben we de auto ingepakt.. Op weg naar Port Hedland. Gepland was om via de kust hier naar toe te rijden, maar we hadden op de camping een stel ontmoet die zeker aanraden om via het Karijni National park te gaan… Op advies van hun zijn we hier vervolgens naar toe gereden. Onderweg hebben we nog wat boodschappen gedaan. Zelfs gordijnstof, hiervan hebben we een soort autoraam overtrek genaaid, zodat die vreselijke irritante K-beestjes: mosquitos s'nachts niet binnen kunnen komen. Maar dat we wel de ramen open kunnen houden, want anders is het net een mobiele sauna..
Tegen zonsondergang kwamen bij het park aan waar we lazen dat een campingground op 24 km afstand lag, maar dat de weg alleen voor 4x4 wagens bestemd was. Alex nam de gok en een klein halfuurtje later stonden we onze auto klaar te maken voor de nacht (dit betekend alle tassen etc. op de voorste stoelen en kussens etc. naar achteren en o ja niet te vergeten het ophangen van de 'gordijnen')… Aangezien ik niet echt een draad door een naald kreeg in de auto, moest ik dus tijdens de schemering nog 1 gordijntje moest omzoomen, een kwartier later was ik volgens Alex op 1 bil al 17 muggenbeten rijker… Ja, hier waren de muggen volop aanwezig, vanwege de watervallen in de buurt waarschijnlijk. De volgende ochtend zijn we tegen half 8 een walking trek opgelopen en kwamen uit bij een geweldige Gorge waar we lekker met z'n tweetjes hebben gezwommen.. Heerlijk, even later ontdekte Alex verder op ook nog een klein waterval waar we lekker onder hebben gezeten..
Deze hele dag hebben we verschillende gorges/watervallen bekeken en we keken onze ogen uit. Eenmaal het park uitgereden, vervolgden we onze weg naar Port Hedland, naar het noorden. Bij een benzinepomp kwamen we super toevallig een stel uit de UK tegen die op de camping in Exmouth naast ons hadden gestaan. We besloten samen naar een parkeerplaats te rijden om daar vervolgens te overnachten (gratis).. Alex en Jim hebben een BBQ geregeld en de meiden hebben lekker geklets.. Aangezien ook hier super veel muggen waren, zaten we met onze voeten in onze nek, ons avondeten te eten in hun 2 pers. Campertje….
Port Hedland was onze volgende bestemming toen we s'ochtends in de auto stapten.. We hadden best wel haast, want die nacht hadden we weinig geslapen. Je voelt dat de luchtvochtigheid toe neemt, en dat resulteert als je een windstille nacht hebt: in zweten en drinken. We wilden dan ook niets liever dan een heerlijke douche, die hebben we gevonden bij een Shell garage in Port Hedland. Hij was dan wel gratis, een 'schoonheidsprijs' zat er helaas niet in…l Ook in Port Hedland is het super vochtig, dus nadat we hadden gedouched en je had je afgedroogd, vroeg je je gewoon af of de handdoek het wel deed want je bleef gewoon nat… Via Port Hedland zijn we naar Broome gereden een dikke 6 honderd kilometer verderop… < Ja, in Port Hedland hebben niets ondernomen, want naast een ijzermijn en zoutproductie is hier niet veel te doen…>
Gelukkig hadden we af en toe wat radio en daar hoorde we de meest coole songs op. Af en toe deden we eventjes de airco aan en dat was elke keer een traktatie.. (niet de hele tijd was de airco aan, want de scheelt benzine. Aangezien de km's die we moesten rijden en we niet wisten waar je weer kunt tanken moesten we oppassen).. Broome hebben we op 1 tank gehaald en volgens Alex loopt de auto op lange afstand 1 op 11.(volgens Jetje die geen kenner is, rijdt een auto altijd;) )
Broome is een super geïsoleerd stadje, waar vroeger veel parels werden opgevist. Je hebt er een chinatown (waar we in een hostel zitten) en zelfs een outdoor bioscoop (wilde Alex verrassen maar helaas draait er een film die we al in het vliegtuig hebben gezien)... We hebben hier nu, op moment van schrijven, 1 nacht geslapen en vannacht dus de 2de nacht. De auto heeft een grote beurt nodig en morgen kunnen we pas terecht bij de garage..Vandaag hebben we een lekker luierdagje gehad, hebben we al onze kleren gewassen en zijn we tegen zonsondergang naar het strand gegaan. Als morgen de auto klaar is willen verder rijden naar Derby: een stadje ten noord oosten van Broome,zo'n 250 kilometer verderop.
Australie 2
Ons laatste bericht eindigde met ons bezoek aan het stadje Broome, aan de westkust van Australie, waar we even stopten omdat onze auto even wat aandacht nodig had; een servicebeurt wel ter verstaan. Tijdens die servicebeurt kwamen ze erachter dat een steun voor de versnellingsbak een scheur in zat, op zich niet erg we konden er nog wel eventjes mee doorrijden. Ze hadden zelf het onderdeel niet in huis,maar in Kunnunura hadden ze het wel volgens de monteur. Op dit advies zijn we vertrokken 'op weg' naar deze stad, maar natuurlijk wel via de toeristische route: o.a. via 'Derby'.
Dus eerst maar op weg naar Derby naar het 'VVV-kantoor' (toeristinformation) omdaar informatie te vragen over een route die we wilden nemen die langs allerlei mooie nationale parken gaat. Aangezien het op dit moment het regenseizoen (Wetseason) is en dan kan het zijn dat sommige wegen afgesloten zijn. En ja je raad het al………de route die we wilden nemen was afgesloten zelfs voor auto's met vierwielaandrijving en ze wisten niet wanneer de weg weer vrij gegeven zou worden. Heel jammer, maar ja niets aan te doen.
We hebben toen besloten om dan maar naar Kunnunura door te rijden, om de auto te laten repareren. We hebben onderweg, want Kunnunura ligt ongeveer 1000 km verderop, wel wat andere dingen bekeken. Bijvoorbeeld: De Prison tree in Derby, dit is een hele grote baobab waar vroeger gevangenen in werden gehouden die op weg waren naar Broome of Kunnunura om daar hun gevangenis straf uit te zitten. En de Geikie Gorge (een gorge is een bergspleet uitgesleten door water en erosie) vlakbij Fitzroy Crossing, het enige hier was dat we reden ernaartoe en we hebben het bord gezien, maar konden het niet vinden, maar dat kwam ook omdat op bepaalde stukken op de weg water lag en ook niet verder konden.
Tijdens onze rit kwamen we een auto tegen die op de kop langs de weg lag. Wij stoppen, want het leek pas gebeurt te zijn en daar zagen we drie japanners op een rijtje onder een boom te zitten (met heel veel bagage wat al uit de auto was getrokken). Wij vragen of we konden helpen en of iedereen oké was. Eh.. ja het woord oké kwam hun bekend voor.. 'Yes yes efertingk oké' (en ja iedereen was oké en de politie was al gewaarschuwd). We vroegen wat er gebeurt was en ze vertelden ons in heel gebrekkig engels dat de bestuurder slaperig was en dat de auto raar ging doen en vervolgens boem! Ze hadden verder niets nodig en ook zagen we genoeg watervoorraad en daarom zijn wij maar verder gereden. Want we moesten we een slaapplek zoeken, omdat het al donker begon te worden.
In ons boekje over 'vrij kamperen' vonden we een heel leuk plek tussen Fitzroy Crossings en Halls Creek. Hier zouden we gaan slapen. We hadden net onze auto omgebouwd toen er een klein vrachtautootje de weg naar on s kamp insloeg. Jet keek met argusogen naar de vrachtauto en vroeg aan mij of ik m'n zakmes in mijn zak had (Ja alsof een zakmes indruk maakt). Maar om haar gerust te stellen zei ik dat ik hem op zak had. De vrachtauto stopte vlakbij ons en het duurde een paar minuten voordat er wat gebeurde. We zagen 3 mensen achterop zitten die zich niet verroerden en het was donker dus we konden ook niet veel zien. En toen stapte de chauffeur uit de auto en begon tegen de 3 mensen achterin te praten.
Even later sprongen de 3 mensen van de achterkant af en haalden een paar dingen van de vrachtauto. Ondertussen was ik verder gegaan met het ombouwen van de auto en Jet met koken en kijken wat er allemaal gebeurde (ondertussen de tussenstand aan mij vertellen in het Nederlands).
Toen kwam de chauffeur bij ons om een praatje te maken en Jet nog steeds met argusogen de andere 3 in de gaten houdend praatte terug. Maar toen de andere 3 er ook bij kwamen herkende we hun als de 3 japanners die het ongeluk hadden gehad. We hebben een super gezellige avond gehad en tevens een verkorte cursus Japans (dus Marck kom maar op! Grapje) Ook kwamen we erachter dat de bestuurder van de auto niet in slaap was gevallen, maar dat ze geslipt zijn en daardoor over de kop zijn geslagen.
De volgende ochtend hebben we afscheid genomen en zijn verder gereden.
In de buurt van Halls Creek ligt een plaatsje Wolfe Creek waar een meteoorinslag te bekijken is. We wilden daar gaan kijken om te zien hoe dat eruit ziet, alleen was de weg erheen een onverharde weg. Onderweg naar de meteoorinslag zagen we dat het weer snel veranderde; het was bewolkt en af en toe kwam de zon erdoor, maar nu begon het ook nog te regenen. We waren al een paar keer door water heen gereden en als het ging regenen zou het daar alleen maar dieper worden. We hebben besloten om terug te rijden, want om daar vast te zitten wilden we ook niet.. Alweer iets niet gezien, maar ja de natuur hou je niet tegen zullen we maar zeggen.
Dus opnieuw onze weg vervolgen naar Kunnunura via het meest noordelijke stadje: Wyndham. Net vóór Wyndham vonden we (in ons 'gratis' boekje) een geweldige plek om te slapen: genaamd "The Grotto". Dit is een gorge waar een meertje in zit. Een geweldige plek om te slapen en we hadden weinig last van muskieten en vliegen. De auto omgebouwd, een vuurtje gemaakt, eten koken en genieten. We hadden onze eigen lichtshow in de verte en ik hoopte dat die wat dichterbij zou komen zodat het wat koelte zou brengen, maar dat gebeurde dus niet en het was die nacht dan ook erg benauwd.
Na s' ochtendsvroeg te zijn op gestaan zijn we verder gereden naar Wyndham: deze stad noemen ze ook wel: de poort naar Krokodillenland (en dat is te zien als je de stad binnen rijdt want je wordt begroet door een super grote betonnen krokodil).
Hier hebben we een berg bezocht waar we een schitterend uitzicht hadden over het stadje en het gebied er omheen: in dit gebied lopen 5 rivieren die op 1 rivier uitloopt en dan naar zee toe stroomt. Er zit ook een krokodillenboerderij in dit stadje die we wilden bezoeken, maar door het laagseizoen was deze helaas gesloten.. We zijn omgekeerd en terug gereden naar Kunnunura, waar we 's middags aankwamen. We hebben hier in hostel gezeten (Desert Inn, geen idee waar ze deze naam vandaan hebben gehaald), want het weer was verschrikkelijk benauwd en zo konden we onze laptop en camera ook weer opladen. En hier kwamen we ook de 3 japanners en de Australische chauffeur tegen.
's Avonds heb ik (Alex) ook nog een 'sunset'- klim gedaan, samen met de Japanners en Australier, op een berg die uitkijkt over Kunnunura en een stukje over het Purnululu NP, beter bekent als Bungle Bungle NP. (we wilden hier heen, maar helaas was de weg ernaar toe overstroomt en dus gesloten voor alle verkeer). Kunnunura was de stad waar we onze auto moesten laten repareren, dus de volgende dag hebben we rond gebeld naar div. garages voor het onderdeel van onze auto, maar nee niemand had het onderdeel in huis.. Maar ze vertelden ons dat in Darwin een grote Holden dealer zat en die had zeker het onderdeel dat we nodig hadden (ja we konden wachten maar dan kon wel een dagje of 5 duren als we geluk hadden).
We zijn toen gelijk vertrokken naar Darwin en dit is wel het langste stuk wat we op een dag gereden hebben; ongeveer 825 km. Bij de overgang naar van West Australie naar de provincie Northern Territory heb je ook een tijdsverschil van 1,5 uur voor uit (we lagen die dag dus laat op bed). De volgende ochtend vroeg op en gelijk naar de Holden garage om de auto te laten repareren en ja hoor, ze hadden het onderdeel en ze konden het gelijk monteren het zou ongeveer een uurtje duren. Yes!!! .
Tijdens dat uurtje zijn we het centrum van Darwin in gelopen om bij het 'VVV-kantoortje' informatie in te winnen m.b.t. ons bezoek aan het Kakadu National Park. Het Kakadu NP is ook een heel bekend NP, het meest noorden van Australie en het ligt ten noord/oosten van de stad Darwin. Het bijvoorbeeld bekend om zijn watervallen: Jim Jim falls en de Twin falls, maar die waren allebei niet te bereiken vanwege ………… ja je raadt het al Wetseason. Alleen d.m.v. het maken van een vlucht konden we deze watervallen zien, maar helaas viel dat na het maken van de auto niet in ons budget.
Wat wel open was, was de boottour van de 'jumping crocs': we zijn dus op een toer gegaan om de springende krokodillen te zien. En de eerste de beste krokodil die we zagen was zeker 5,5 meter lang ongelofelijk om die uit het water te zien komen wat een kracht en wat een pracht(hopelijk zijn de foto's mooi geworden). We hebben ongeveer om en nabij 10 krokodillen gezien variërend van 2 tot 5 meter. De gids zei dat we geluk hadden dat we zoveel gezien hebben, want normaal gedurende de wetseason (regenseizoen) verplaatsen ze zich veel of blijven onderwater liggen om wat koelte te hebben. Het was zeker de moeite waard om deze toer te doen; we hebben echt genoten.
We hebben van Darwin en zijn omgeving dus niet alles gezien, maar het was dus wel de moeite waard. We zagen zelfs een booreiland in de haven van deze stad liggen: Alex was helemaal in zijn nopjes hierover. O, ja vanaf Darwin begon het eigenlijk ook met "de vliegen".
Na de toer met die 'platbektekkels' zijn we naar Edith Falls, een waterval, gereden, dit ligt iets boven Katherine, waar we bij aankomst heerlijk zijn afgekoeld met onze voeten in het water en een biertje in onze hand kijkend naar de waterval. Ook hebben we heerlijk geslapen, niet in de auto; nee Alex had onze klamboe aan een boom gehangen en dus hebben geslapen: onder de blote hemel. Deze waterval ligt in het Nitmiluk National Park, waar je ook hele mooie wandelingen kunt maken. We hebben 's ochtends dus een wandeling gemaakt naar een waterval die boven de Edith waterval lag. En dit was magnifiek vooral omdat er verder niemand was en het er zo rustig was. Heerlijk er gaat niets boven de natuur!
Na deze wandeling in de ochtend zijn we naar Mataranka gereden: hier hebben we in het midden van het regenwoud gezwommen in een 'thermal hotspring' (thermaal warme vijver). Ook hadden we 'begeleiding': wat lekkere spinnen en heel veel vleerhonden (in Australie worden ze flying foxes genoemd)…Ook lekker hoor.
Na deze lekkere dip waren we weer wat afgekoeld en vervolgden we onze weg op de Stuart Highway verderaf naar beneden en we kwamen uit bij het plaatsje genaamd Daly Waters. Dit plaatsje staat bekend om zijn kroeg. En dit plaatsje draaide om deze kroeg, want het was een postkantoor, een politiebureau, een camping, een busstation, een benzinestation enz. Toen we erin reden dachten we eerst dat weten we niet, maar zodra we de kroeg binnen stapte hadden we beide het gevoel dat we hier moesten blijven. We kwamen hier ook een echte Australier tegen die ons veel vertelde over wat we nog moesten gaan bezoeken. We hebben ons zelf lekker getrakteerd op een héérlijke steak, die als boter in je mond smolt. Ja het vlees is hier ook heerlijk.
s' Ochtends zijn we vertrokken naar Tennant Creek, dit ligt ongeveer 360 km beneden Daly Waters, en dit staat bekend om de goudmijnen en omdat je hier moet beslissen of je naar de oostkust wilt of naar het zuiden. Wij hebben dus besloten om naar de Zuidkust te vertrekken, maar we kwamen ook genoeg backpackers tegen die hun zinnen hadden gezet op de oostkust en vanuit hier reden ze dus via Mount Isa naar Townsville, naar het oosten dus. Hier hebben we in hostel geslapen omdat het verschrikkelijk warm was en ook om de camera en laptop op te laden.
De volgende dag hebben we lekker geluierd en vlak voor zonsondergang zijn we naar de "Devils Marbles" gereden (de Devils Marbles zijn ronde of ovale stenen die balanceren op andere stenen net als knikkers die tegen elkaar aan liggen. Een supermooi gezicht, en dit moet mooi zijn vooral tegen zonsopgang en -ondergang). Dus we wilden graag hier de zonsondergang zien en hier de nacht doorbrengen, maar helaas bij aankomst, toen we de auto uitstapten om foto's te gaan maken zaten we ook direct weer in de auto want hier waren gewoon te veel vliegen…
We zijn dus doorgereden en kwamen zomaar aan bij het dorpje Ti Tree. Toen we er 's avonds aankwamen dacht Jet dat het sneeuwde (in de woestijn de wonderen zijn de wereld nog niet uit), want om de lampen heen vlogen heel veel vliegende termieten en dat leek net op sneeuw. Tijdens het inchecken voor de camping (dat je gewoon bij de kassa van de benzinepomp kon doen) kwamen we Dave tegen. Een roodharige Australier met een grote cowboyhoed en een eeuwige lach op zijn gezicht.
Hij vertelde ons dat hij zijn eigen druivenplantage hier had en hij nodigde hij ons uit om op zijn plantage te komen kijken. Dit lieten we ons geen twee keer zeggen en dus de volgende ochtend zijn we dus naar Dave toe gegaan, maar voordat zijn we naar een winkel vlakbij hem gegaan waar we zelfgemaakte wijn hebben geproefd (op nuchtere maag en dat was te voelen). Dit had Dave ons aangeraden. We kwamen hem daar ook tegen en heeft ons een hele toer door zijn druivenplantage gegeven, hij verbouwde geen wijndr uiven maar tafeldruiven. We zijn ongeveer 3 uur bij hem geweest en hebben over van alles gepraat. Toen we weggingen waren we een hele hoop informatie rijker over tafeldruiven en hebben ook een paar druiven, tomaten en krenten (lekker voor de pannenkoeken)mee gekregen. Geweldig zulke mensen. Vandaar uit zijn we naar Alice Springs gereden.
Alice Springs ligt dus midden in Australie in de woestijn, mensen hadden ons gewaarschuwd dat het behoorlijk warm daar zou zijn en volgens Jet is dat ook zo. Nou niet dus ,het was ook niet koud, maar het was bewolkt dus zeker niet warm en dat in de woestijn. We hebben daar in onze auto geslapen en de volgende dag zijn we naar het West McDonald National Park gegaan (dit park ligt ten westen van Alice Springs en is zeker de moeite waard), waar we verschillende gorges gezien hebben. We hebben daar ook de Blackfoot Rockwallaby gezien. Dit was bij een gorge waar een bepaalde soort rotsen waren, we moesten er even voor gaan zitten, maar toen we ze een keer hadden gezien was het heel bijzonder: zo mooi en zo lief (ze hebben een super goede schutkleur dat je ze alleen kan zien wanneer ze zich bewegen).
We wilden ook in dit NP slapen alleen vanwege de vliegen daar konden we er niet slapen; Jet en ik werden er helemaal gestoord van. We zijn daarom naar Alice Springs doorgereden. In Alice Springs zijn we de volgende dag wezen shoppen naar een cowboy-hoed, alleen helaas niets gevonden en ook hebben we wat eten ingeslagen. Daarna vertrokken naar Uluru (Ayers Rock) wat ongeveer 450 km verderop ligt. Bij Uluru aangekomen hebben we ingecheckt en zijn daarna naar Uluru gereden om daar de zonsondergang te zien. Normaal gesproken hebben ze 90% van de tijd zon , behalve wanneer Alex er is. Ja het was dus zwaar bewolkt en we hebben dus geen mooie oranje Uluru gezien.
Het was wel indrukwekkend, maar toch ik had graag die mooie oranje kleur willen zien. Misschien had ik meer geluk met zonsopgang. Na de zonsondergang nog koken en toen direct na bed. Toen we net een beetje lagen te slapen, tegen middernacht, hoorden we het deuntje van de Flintstones. Ik dacht dat ik een zonnesteek had, maar even later hoorde ik Jet de telefoon opnemen en met haar moeder kakkelen… (bedankt he mevrouw Strijker ;-) ).
Een paar uur later op naar Uluru wij stonden daar als één van de eersten dus ook een mooie plek, maar helaas het was bewolkt en dus geen mooie zonsopgang, althans geen oranje kleur. Tegen 8 uur 's ochtends hadden we een hele mooie toer (gratis) met een ranger (een soortement van boswachter) langs de voet van Uluru die ons verhalen vertelde over het ontstaan van Uluru volgens de Aboriginals.
Na Uluru zijn we naar Tjaka Tsjuka (De Olga's) geweest. Daarna zijn doorgereden naar Kings Canyon (Watarrka) gereden en hebben geslapen op een camping er vlakbij. Waar we een kampvuurtje hebben gemaakt en daar ons potje op hebben gekookt. Een lekker biertje erbij, de sterrenhemel (die bewolkt was) boven ons, wat heeft een mens nog meer nodig. We wilden de zonsopgang zien bij Kings Canyon maar toen we wakker werden zagen we dat het nog steeds bewolkt was dus we draaiden ons nog maar eventjes om.
Een paar uurtjes later werden we wakker en zijn we naar Kings Canyon gegaan. Hier hebben we een wandeling gemaakt van ongeveer 6,5 km door een heel mooi landschap langs de bovenkant van een gorge. Dit is wel even lekker de beentjes strekken. En tijdens het lopen regende het een beetje en dit was een heerlijke afkoeling tijdens deze zweterige klim. Na deze wandeling zijn we in de auto gestapt en op weg gegaan naar Coober Pedy ongeveer een rit van 800 km.
Coober Pedy is bekend om zijn Opaal en omdat de mensen hier ondergronds leven. We hebben de volgende dag een museum bekeken over hoe het stadje was ontstaan en hoe het opaal werd gewonnen in de oude tijd en hoe het nu wordt gewonnen. Daarna hebben we een huis bekeken waar de mensen van de stad inwonen. Het mooie van ondergronds wonen is dat je constant dezelfde temperatuur hebt rond de 22 graden Celsius ook terwijl het 48 graden buiten is. Maar ja Alex kwam naar de stad toe en ja er was regen. Er was in 4,5 jaar bijna geen regen gevallen. Het is normaal altijd heet hier een van de heetste plekken in Australie, maar ik kom er en wat gebeurt er regen en dat waarschijnlijk de hele week. Een geluk was dat hier bijna geen vliegen meer waren. We zijn de volgende dag dus maar vertrokken en nu zitten we in Whyalla in het zuiden van Australie.
Het leuke van deze rit langs de Stuart Highway, die in Darwin begint en eindigt in Adelaide (het laatste stuk moeten we nog doen), is dat we een hele hoop regen gehad hebben en dat terwijl de weg door de woestijn gaat. Ben ik een keer in een woestijn en wat gebeurt er, het regent er, hoe is het mogelijk. Een geluk bij een ongeluk is dat het gelukkig niet zo heet was. Ik kan in ieder geval zeggen dat heel veel mensen dit niet mee gemaakt hebben.
Australie 3
Met ons gaat alles goed, we hebben ondertussen natuurlijk niet stil gezeten en dus gewoon doorgereisd, vele mensen ontmoet en ook hebben onze verjaardagen achter de rug. Alex is z'n teleurstelling over die natte woestijn alweer 'bijna' te boven (hier over later meer; 'Melbourne').. En ook met mij, Jetje, gaat het ook erg goed; dit is mijn 2e bezoek aan Australie: 5 jaar geleden ben ik hier 10 maanden geweest en ik moet zeggen het is fantastisch om terug te zijn!!! O, ja ik vergeet bijna te melden dat ook met onze auto: 'Brutus' alles goed gaat en we zijn super blij dat we deze auto hebben gekocht….
Het laatste emailbericht dat jullie van ons hebben ontvangen was ons verblijf in Whyalla. Na wat navraag bleek er aan deze kust ook wel wat gedoken te worden maar waren we te vroeg voor het 'Sepia Seizoen', iets waar deze kust bekend om staat (S..t!). Vandaar dat we, via Port Augusta, de volgende dag zijn doorgereden naar een National park dat nog op ons verlanglijstje stond: 'Flinders Ranges National Park'. Onderweg hadden we weer de prachtigste uitzichten: over bergen, dalen, koeien en ook hier en daar een verdwaalde kangoeroe. Tegen de klok van 4 uur kwamen we aan bij het National park, we hadden onderweg wel wat buitjes regen gehad, maar dat mocht de pret niet drukken, dachten we…
Flinders Range is een bergachtig gebied en is populair om z'n vele wandeltochten die je hier kunt ondernemen. Maar als het zo regent, als die dag: komt al het water ook van de bergen af en wil het wel eens gebeuren dat het water buiten z'n gewone kreek/rivier wil treden; en dan gewoon over de 'hoofdweg' die door het park loopt…. We reden dus over die 'hoofdweg' naar een plaatsje 'Wilpena' (het einde van de weg: begin van de vele wandeltochten die hier starten) en we reden we dus ook over zo'n stukje weg die een beetje overstroomt was. Toen we uiteindelijk aankwamen in 'Wilpena' informeerden we over de weersvoorspellingen en de wandeltochten. Hier kregen we te horen dat het de volgende dagen ook zou regen en dat bijna alle wandelroutes niet begaanbaar waren: we besloten om terug naar Adelaide te gaan rijden, om zo onze tocht richting Kangaroo Island te volgen... Dus zogezegd zo gedaan.
We moesten dus dezelfde weg weer terug en toen we terugkwamen bij het stuk wat eerst nog maar een beetje was overstroomt, zagen we dat het inmiddels erg was gestegen en aan de overkant stonden ook een paar auto's die niet verder durfden. Achter ons stond een auto, waarin Max en Steven zaten: 2 hele aardige jongens uit Colombia. Ja daar sta je dan: we konden er wel omlachen want op dit moment was het gewoon de natuur die besliste dat we niet verder konden.. We hebben eventjes gewacht en we zagen dat het water begon te zakken: en er kwam toen iemand langs met een grote 4-wd en we spraken af dat met onze 2 auto's achter hem aan zouden gaan rijden… En het lukte.
Maar nog geen km verderop strandden we opnieuw: en dit keer was het een inmiddels woeste overstroming dieper dan 80 cm.. Dit durfden we niet aan en besloten om weer terug te rijden naar 'Wilpena' (de hele weg terug). Daar aangekomen: hebben we een campingspot gezocht en hebben we die nacht heerlijk geslapen… De volgende ochtend was de regen gelukkig gestopt en hadden we dus geen enkel probleem om via Adelaide richting het eiland: Kangaroo Island te rijden. We hebben de toeristische route naar het zuiden genomen en dat betekent via een goede wijnstreek (Mc Laren Vale)…
We hebben hier geen wijn geproefd, maar het is gewoon een heerlijk landschap om door heen te rijden: heuvelachtig, waar je dus af en toe de zon over de heuvels ziet schijnen en hier en daar een druivenplantage….. 3 uur later reden het dorpje Victor Harbour binnen, dit dorpje is in de periode van juni t/m oktober erg druk, omdat de Southern Right whales dan rondhangen in de baai van dit dorpje (zoiets wat wij ook hadden gezien in Hermanus, Zuid Afrika). Het was erg gezellig hier dus we hebben hier even de benen gestrekt. Tegen half 3 kwamen uit eindelijk aan bij Cape Jervis: het vertrekpunt van de veerboot naar het eiland. We kochten de kaartjes (ook 1 voor 'Brutus') en een bootrit van 40 min.later bracht ons op het eiland aan.
Kangaroo Island heeft de vorm van een vis en wij kwamen aan op de 'staart' aan de oostkust van het eiland. We hadden van te voren gepland om het eiland vanuit de oostkust naar het noorden te gaan en 'tegen de klok in' het hele eiland te ontdekken. Het eiland is echt voor iedereen wat wils en ook vele Australiers komen in het weekend naar toe om lekker in de bush te gaan kamperen. Je vind hier zoal geweldig mooie natuurschoon en hele mooie wilde dieren (zeehonden, pinguïns, koala's, kangoeroes en nog veel meer). Ook hadden we gepland om hier te gaan duiken, later meer… De volgende dag besloten om vroeg te vertrekken van de camping om zo voor de meute aan koala's te zoeken.
Na een tijdje te hebben gereden, kwamen we op het juiste weggetje aan; camera op stand- by en de verrekijker in de aanslag… Na een minuut of 20, zagen in ineens een grijs bolletje in een boom zitten. Toen we dichter bijkwamen was het wel degelijk een koala: diep in slaap… We hebben hier mooie foto's van kunnen maken en helemaal toen de koala wakker schrok toen de ventilator van de auto aansloeg: super!! We waren helemaal happy. Die dag kon niet meer kapot, vooral toen we verdwaalden met de auto en uitkwamen bij een superwit strand met blauw water: hier hebben we lekker geluncht (ja, gewoon brood met pindakaas/honing).
De 2e dag op Kangeroo Island zijn we begonnen met een stevige wandeling in Flinders Case Nat.park. Dit is een geweldig natuurpark waar de, voor Australie bekende, Platypus, woont (en beschermt) wordt. De platypus wordt ook wel het vogelbekdier genoemd: het lijkt eigenlijk op een rat met zwemvliezen en een snavel. Het leeft op de kant van meertjes en vind z'n voedsel in het meer… Het was een geweldige wandeling met hier en daar een soort camouflage hutje, zodat je uitzicht had op een meertje om zo misschien de Platypus te zien. Helaas dit beestje is erg schuw en we hadden geen geluk… Wel hadden we geluk toen we verder door dit nat.park reden, want we zagen zeehonden (New Zealand fur Seals). Geweldig om die beesten lekker vrij in hun eigen omgeving te zien.
Ze hadden het ontzettend druk: sommige waren aan het slapen, anderen aan het spelen en weer anderen kwamen net terug uit de zee (terug van de jacht)… We hebben hier gewoon een paar uur staan te kijken en tegen schemertijd reden we naar een camping toe die aan het strand lag. Dus vervolgens ook nog even een lekkere wandeling langs het strand… De volgende dag: DUIKEN! Ja zeker, want hier op Kangeroo Island hier heb je een grote kans dat je de Seadragons ziet. Seadragons zijn hele geweldig mooie diertjes, eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het hele sierlijke zeepaardjes zijn (er zijn 2 soorten de Leavy Seadragon en de Weedy Seadragon).
Tegen de klok van 9 uur kwam de catamaran aanvaren op de afgesproken plek. We waren een groepje van 9 personen en… ook hier kwamen we Max & Steven ook weer tegen (de Colombiaanse jongens: die samen met ons het wateravontuur in Flinders Nat.park hadden overleefd); dat moest gezellig worden!! Na een tijdje varen kwamen we aan bij de plek waar we zouden gaan duiken en dat was wel eventjes wakker worden: want het water was super koud en ja we hadden zelfs 7 mm pakken aan. Maar eenmaal onder water vergeet je het snel vooral als je voor het eerst in je leven: een Seadragon ziet: wat een rust en pracht! Seadragons in de meest onvoorstelbare kleuren en ook nog groter dan dat ik had gedacht. Voordat we het wisten was de duiktijd al weer om (niet dat we door onze lucht waren, maar dat heb je als je met een boot meegaat!). En 2e duik was evenaarbaar.
's Avonds tegen zonsondergang voeren we naar de plek waar onze auto's stonden; we waren verkleumd, verbrand maar ook verwend met een ervaring als deze!!!!! De laatste dag op dit eiland hebben we nog gelopen in Little Sahara: dit is een klein woestijntje met spierwit zand. Ook hebben we een bezoek gebracht aan sealbay: waar we met een bioloog op nog geen 10 meter afstand van joekels van zeeleeuwen hebben gestaan. Ondanks dat dit HUN strand is, worden er dagelijks groepen rondgeleid (het strand is afgesloten, nadat er jaren geleden de toeristen zelf het strand betraden en dit de populatie in gevaar heeft gebracht).. en goed geïnformeerd over hun leven… Erg informatief en we lagen in een deuk toen we een zeeleeuw gewoon zagen surfen op een golf (zonder plank natuurlijk).
Na 5 dagen op het eiland, hadden het meeste wel gezien. En hadden we ontzettend genoten en we besloten om de boot terug te nemen naar het vaste land en onze route te vervolgen. Dit was een wat kleinere boot als de heenreis en er was ook nog al wat deining. Ik heb het overleefd, maar Brutus bijna niet aangezien er een truck met schapen naast 'hem' stond en bij aankomst op het vaste land zat de hele auto onder de schapenstront (dunne).
We namen de snelste route terug naar Adelaide: zodat we nog even een bezoek aan Singapore Airlines konden brengen. Daar kregen we te horen dat we geld terugkregen als we het 2e gedeelte (retourvlucht naar Jo'burg) niet zouden gebruiken… Dit was goed nieuws, nu we zeker weten dat we door willen reizen naar Nieuw Zeeland. We reden door richting 'het startpunt van de Great Ocean Road' en sliepen die nacht op een parkeerplaats. Waar, toen we aankwamen, nog een camper stond… De volgende ochtend vervolgende we onze route richting het zuiden en uit het niets reden we ineens langs een houten namaak boortoren.
We waren niet de enige die er waren, want we zagen dezelfde camper die vannacht ook op de parkeerplaats stond. Er stapte een oudere man uit met een lange witte 'ZZ top baardje' hij was door z'n vrouw gestuurd, want ze had gezien dat we Nederlands waren… En voordat we het wisten zaten we in de camper aan de koffie met een 'kano'. Heerlijk: ze waren enorm geïnteresseerd in Nederland en wat wij zoal in Australie deden. Ze zijn zelf 50 jaar geleden naar Australie geëmigreerd en toen hij met pensioen ging: hebben ze het huis verkocht en een splinternieuwe camper gekocht, waarmee ze al een paar jaar door Australie rijden: in de zomer naar het zuiden, in de winter naar de zon: het noorden, geweldig toch?!?…
Een paar koppen koffie, wat fotoboeken en knuffels later vervolgden we onze route en zagen we kleine kustplaatsjes (Salt Creek, Kingston) en ook reden we een 'toeristische auto route' door het dorpje: 'Robe'. Tegen de avond parkeerden we Brutus op een parkeerplaatsje net buiten dit dorpje en… daar stond het echtpaar van vanochtend ook weer. We hebben heerlijk geborreld met een lekkere fles rode wijn met toastjes en andere lekkere dingen.Onder het motto 'gezelligheid kent geen tijd'.
Nog maar net het ontbijt achter de kiezen zei Alex: kom we gaan naar die wijngebieden en even lekker gratis wijnproeven. Nou dat liet ik me geen 2 x zeggen, we reden van Robe richting Penola. Bij deze toeristinfo kregen we eerst nog een hele leuke wandelroute door het dorpje mee. En we besloten deze te wandelen, we zagen hele oude kleine huisjes van vroeger waar de gezinnen met soms wel meer dan 10 kinderen in woonden…
Na de wandeling reden we naar de wijnhuizen in het dorpje Coonawarra: bekend om zijn rode wijnen. Hier hebben we 2 wijnhuizen bezocht en verschillende wijnen geproefd. We hadden het erg gezellig zo van wijnhuis naar wijnhuis rijdend en op het eind begonnen we super melig te worden (hoe zou dat nou kunnen).. We waren natuurlijk niet de enige mensen die kwamen te proeven. Nee ook vele Australiers reden hier helemaal naar toe om hun eigen wijn uit te zoeken.. Soms namen we een slok van een wijn die gewoon niet te pruimen was en het liefst wilde je het meteen uitspugen; maar we zetten gewoon onze 'pokerface' op en slikten het door (Ik pieste soms bijna in m'n broek van het lachen als ik Alex aankeek).
Op het eind van het proeven kochten bij het wijnhuis van Leconfield 2 lekkere flessen wijn.. Het dorpje 'Coonawarra' uitrijdend waren we het over eens dat we dat nog maar eens een keer moeten doen, die wijngebieden, het proeven en het leren over div. wijnen: interesseert ons wel.. Mount Gambier was het stadje waar we de nacht hebben doorgebracht: en s' nachts om 00.00 uur was het mijn verjaardag! Als kadootje hebben we in een 'Frans Bauer Villa' geslapen (gewoon een stacaravan hoor!): lekker op een echt bed en gewoon even ons eigen huisje. Heerlijk.
O ja pa en Ma Sissing veranderen jullie even op de kalender dat ik niet 2 maar 3 maart jarig ben?? (je kunt het tijd verschil niet altijd de schuld geven, hihi).. In m'n slaap werd ik een beetje wakker van de geur van bacon, eieren en een lekker kopje thee.. Alex was vroeg opgestaan om de jarige Jet met een uitgebreid ontbijt te verrassen: nou dat is gelukt!!! Na dit ontbijt hebben we lekker gewandeld rond het meer van Mount Gambier 'The Blue Lake city'; iets waar deze stad bekend om is. Want het is niet zomaar een meer nee dit meer ligt boven op een vulkaan krater en het water is super helder blauw. Het vreemde met dit meer is dat het twee keer per jaar verandert van kleur. In de lente verandert het van grijs naar helder blauw en in de herfst van helder blauw naar grijs en de geleerden weten nog steeds niet waardoor dit komt.
We reden deze ochtend van Mt Gambier via Nelson naar Portland. En vanuit deze kustplaats, verlieten we de kust even omdat we nog een ander National park wilden bezoeken. In het stadje Hamilton hebben we onze autoband moeten plakken, omdat ie steeds leeg liep (later bleek een spijker het probleem te zijn). Ten noorden van deze stad liggen 'The Grampians' een nat.park dat o.a. bestaat uit geweldige bergketens. Het was echt de moeite waard, in totaal zijn we hier 2 dagen en 1 nacht gebleven.
We hebben verschillende watervallen gezien, wandeltochten gedaan, vele dieren gezien en soms heerlijk op een uitkijkpunt genoten van de rust en het uitgestrekte uitzicht voor ons. We reden verlieten dit park vanuit het zuiden en dus weer richting de kust. We gingen opzoek naar een garage die de auto een kleine beurt wilde geven, want we hadden sinds de laatste grote beurt in Broome alweer een kleine 9.000 km gereden. We reden Warrnambool binnen en hadden direct 'beet'. De volgende ochtend om 8 uur konden we meteen terecht.
Toen nog even opzoek naar een camping, de toeristinfo gaf ons de gewenste info en bracht ook het idee op om misschien een spectaculaire show: 'Shipwrecked' te gaan bekijken. Dit is een show waarmee je wordt meegenomen terug in het jaar 1878. De tijd dat vele europanen op de boot stapten en na een lange reis van maanden op zee, in Australie een nieuw leven hoopten te beginnen. Dit $5.7 miljoen project, nr 1 in de wereld van de technologie moest geslaagd zijn en het leuk ons erg leuk om het mee te maken: 3 uur later stonden we bij de ingang van het Maritieme Museum. Een kleine 2 uur later hadden we het gezien, meegemaakt: een geweldig spektakel en zeker aan te raden om te zien: want ik kan gewoon niet precies beschrijven wat we hebben gezien.
Nadat Brutus de volgende ochtend was nagekeken reden we verder langs de kust. Vandaag stonden alle bezienswaardigheden van de Great Ocean Road op het programma. We reden door Port Campbell, zagen de Loch Art Gorge, the Twelve Apostles (vertaald: de 12 apostelen: dit zijn rechtopstaande stukken rots, zie foto).. en ook namen we de tijd om een wandeling te maken door het Melba Gully statepark: dit is een regenwoud. Maar niet een tropische maar een koudregenwoud (ja dat kan ook). We zagen bijvoorbeeld een boom van duizenden jaren oud. En aangezien het nog maar een paar nachtjes slapen was totdat de Formule I begon,besloot Alex om deze dag maar even af te sluiten met een lange autorit: dat als resultaat had dat we de avond in het countrystadje: Ballarat hebben doorgebracht. Want de volgende dag hadden we dan alle tijd om het 'Goudstadje: Sovereign Hill' te bezoeken.
Sovereign Hill: een wereld apart. Je hebt meteen al het gevoel als je bij de kassa wordt geholpen door een vrouw in de kleding van toen (een grote wijde hoepelrok, met schort en mutsje). Super! Verder begint het met een museum en wordt verteld hoe het allemaal ooit is begonnen: eenmaal buiten zie je paarden het water verplaatsen waar de goudzoekers hun geluk proberen.
Zie je de tentjes waar ze in woonden, zie je de winkelstraten van toen: met een oude bakkerij, snoepjes maker, hoefsmid voor de paarden, een oud postkantoor: en als je niet oppast met het oversteken wordt je bijna overreden door de postkoets die vaak langs komt racen. Ook zagen we een kaarsenmakerij, een werkplaats waar ze de wielen voor de paardenkarren maken en een schooltje: gewoon te veel om op te noemen.. s'Avonds hebben we de show: 'Blood on the Southern Cross' gezien: dit is een geweldige licht- en geluidshow waarin je eigenlijk ook weer mee terug wordt genomen in de tijd rond 1850. Je weet dan hoe de vlag van Australie is ontstaan en hoe de goudzoekers hebben moeten vechten voor hun eigen rechten: geweldig!!!
De volgende dag hebben we ons verslapen en reden we pas tegen de klok van een uur richting de grote stad Melbourne. Waar we de auto ver buiten het centrum hebben geparkeerd om zo verder per trein naar het centrum te reizen. Dit was achteraf een heel goed idee geweest aangezien het verschrikkelijk druk was!! Toen we bij het loket stonden om de kaartjes te kopen voor de race van de volgende dag: ging het mis. Want ineens raasde er een Formule I auto langs en dat geluid is niet te omschrijven: ik kreeg er kippenvel van: de kwalificatierondes waren gestart! En …. We kochten ook voor die middag kaarten, iets wat dus niet gepland was qua financiën maar oké.
Nog geen half uur later liepen we langs het circuit en gingen we uit onze dak… Ook de volgende dag hebben we genoten: eerst zagen we V8 auto's en toen een oldtimershow (van oude raceauto's) en tegen de klok van 2 uur begon de echt race. Die werd 'geopend' door een straaljager van het leger die even heel dicht over kwam vliegen (even checken waarschijnlijk of iedereen wel z'n oordopjes had ingedaan) ik schrok me kapot!! En Alex lag natuurlijk in een deuk: nee ik had m'n oordopjes nog niet in!!! ;o(
O, ja ik had ook m'n moment want een uur voor de race begon het onwijs te hozen van de regen. En de omroeper vertelde dat de formule 1 al j a r e n in Melbourne was georganiseerd, maar nog nooit had het zo geregend: nou ik wist wel hoe het kwam: Alex was er: dan begint het in de woestijn zelfs te regenen (hihi) Alex vond het niet zo grappig… De race was helaas regenvrij: maar toch interessant: 1. Coulthard 2. Raikonnen 3. Montoya: de favoriet van onze Colombiaanse vrienden. En dat betekende dat we onze weddenschap (Verstappen- Montaya) dus dik hadden verloren, want Jossie eindigde laatste.
Maar dat mocht de pret niet drukken: en toen we na de race naar de pitts liepen stonden er al 3 Nederlandse jongens, waarmee we gingen zingen: in de hoop dat Jossie misschien naar buiten kwam.. Het duurde maar even of het was een gekleurde oranje zee voor Jos 'the Boss' zijn pitt.. We zongen, schreeuwden, spraken zelfs met zijn teamgenoot (aardige vent, maar ja die Nederlanders kunnen soms zo grof zijn: we wilden Jos dus 'ehh kun je HEM effe halen) (ook waren zijn monteurs de aandacht niet gewend en dansten soms op de maat mee). We spraken & zongen voor de cameraman van Rtl 5, maar het mocht niet baten: Jossie kwam niet te voorschijn… Jammer; maar wat een sfeertje daar.
We waren schor toen we naar de auto slenterende.. We sliepen die avond op een erg goedkope camping, maar gezellige camping (dat wil zeggen de eigenaren, superaardig stel in de 50tig, deden er een uur over om me in te checken… Zo veel hadden ze te vertellen en te vragen) ergens langs de weg van Melbourne naar de kust. We wilden eigenlijk nog wel een nacht blijven, maar aan de andere kant hadden we het gevoel om zo snel mogelijk naar Sydney te rijden… Dit deden we dan ook en met een nacht overnachting in de bush van de Snowy Mountains, reden Sydney binnen. We bleven week op een camping vlakbij de luchthaven zitten, tot dat we een goedkopere hostel in het centrum hadden gevonden. In de tussentijd waren we druk bezig met het maken van een verkoopflyer voor Brutus, die we in alle jeugdherbergen van Sydney hebben opgehangen. En dat zijn er nog wel wat (40-50) en door alle wijken van Sydney te bezoeken, leerden we deze stad al gauw kennen.
Helaas is het die 'bushkabouter' gelukt om de oorlog in Irak te beginnen en samen met het SARS-verhaal en de beginnende winter in Sydney. Bleken er gewoon weinig backpackers te zijn: laat staan 1 die een auto wil aanschaffen. Maar na 3,5 week wachten hebben we de auto verkocht. Aan 2 Nederlandse jongens (toeval). In de tussentijd had Alexander al zijn Working- and Holidayvisum aangevraagd bij de Nieuw Zeelandse ambassade en een vlucht geboekt (aangezien Alex zijn verjaardag op 6 april was, moest hij voor deze datum; met visum op zak Nieuw Zeeland binnen zijn). Op 5 april is Alex naar Auckland gevlogen… En bleef Jetje achter in Sydney.. Ja, ik moest nog even wachten op het geld van de auto en op de aanvraag van mijn visum. Maar op dinsdag 15 april zat ik in het vliegtuig van Thai Airlines en stond m'n kanjer me al op te wachten op de luchthaven……
Oké dit was het weer van onze kant! Heel veel plezier met de mooie zomersedagen dioe jullie nu hebben in de voorjaar…