Hoe het begon; drie jaar geleden (september 2001) zijn we voor het eerst naar Australie geweest, directe aanleiding hiervoor was dat Harm 50 was geworden. We waren toen zo enthousiast over het land, dat we zeiden "als het lukt, gaan we in 2004 weer", want dan zou ik (Liesbeth) 50 worden. Nou, dat is gelukt. Allereerst vrij proberen te krijgen van het werk, in september de tickets gekocht en via internet een hotel in Brisbane voor de eerste 2 nachten en een hotel in Sydney voor de laatste 3 nachten geboekt. Via Dutch Down Under te Middelburg (perfect) een camper gehuurd, we hadden in eerste instantie voor de goedkoopste gekozen. Die waren echter allemaal al verhuurd, toen kregen we een aanbod voor een luxe(re) camper voor een heel redelijke prijs. Te gek natuurlijk!
Op dinsdag 14 december zijn we met Japan Airlines (JAL) naar Tokio gevlogen, daar een tussenstop van 6 uur en toen door naar Brisbane. Donderdagochtend vroeg kwamen we er aan, douchen en meteen de stad in (we waren helemaal niet moe). Brisbane was leuk, maar niet bijzonder. De 18e konden we de camper ophalen waar we de komende 32 dagen mee door Australië zouden trekken. Onze planning (een opzetje waar desnoods van afgeweken zou worden) was om van Brisbane zuidwaarts te rijden, eerst naar Lamington NP, dan richting Sydney om daar af te buigen naar de Blue Mountains, dan de Murray River te volgen, de Grampians NP, Great Ocean Road, via Melbourne naar Philip Island en vervolgens de zuidoostkust volgen weer richting Sydney waar we op 18 januari de camper zouden moeten inleveren.
Het rijden was in het begin wel vreemd, links rijden, onbekende wegen en dan zo'n groot gevaarte, maar dat ging allemaal prima. Naar Lamington NP gereden, 150 km ten zuiden van Brisbane. Fantastisch mooi, vooral toen het donker werd waanden we ons in een heuse jungle met al die dierengeluiden. Tijdens het eten kregen we een longnail possum op bezoek, die onze pap erg lekker vond. Mooie wandelingen in het regenwoud gemaakt, echt te gek. Van een heel aardige Australische buurvrouw kregen we mango's, waar we dus meteen de rest van de vakantie aan verslaafd waren. Heerlijk! De 20e weer gaan rijden, richting kust waar we uiteindelijk in Balina terechtkwamen. Camping aan een uitloper van de zee. Met een Australische buurman bier en wijn gedronken, een wasje gedraaid, gegeten en vroeg naar bed want het was begonnen te regenen en bovendien ijskoud.
De volgende dag verder zuidwaarts, maar wel met een omweg langs Dorrigo NP, een prachtige weg die overging in een 'gravelweg" van zo'n 15 km. lang. Mocht eigenlijk helemaal niet van de verhuurder van de camper, maar we zijn toch maar rustig aan doorgereden. Via Bellingen hebben we een heel mooie route gevolgd weer naar de kust. 's Avonds aangekomen in South West Rocks (een aanrader van Dutch Down Under), een camping bij een museum, heel mooi gelegen aan een prachtige baai. Prachtig weer, lekker gezwommen in zee. Hier 2 dagen doorgebracht, we kregen een prachtige plek toegewezen aan zee (wel duur: 40 dollar voor een nacht zonder stroom), maar toen we terugkwamen van een strandwandeling bleek dat men ons de verkeerde plek had gegeven; een stel Aussies zat al een paar uur op ons te wachten; de plek waar wij stonden hadden zij een half jaar ervoor al gereserveerd, wij dus maar weer verhuizen!
Onze volgende rit eindigde in The Entrance, zo'n 80 km voor Sydney. Ook hier weer koud en winderig. De volgende dag (24 december) langs Sydney (waar we natuurlijk hopeloos verdwaalden in de stad, maar een vrachtwagenchauffeur hielp ons weer op de goede weg) naar de Blue Mountains. Ondanks de berichten vooraf dat we zeker met de kerst een plaats hadden moeten reserveren op de camping, konden we zo terecht in Katoomba. Veel vliegen en later mistig, zwaar bewolkt en zelfs enorme buien en kou kenmerkten onze 1e kerstdag. Het sms-je van onze dochter met de vraag hoe de kerstkalkoen in zwemkleding smaakte, konden we beantwoorden met "wat dacht je van lange broek, dikke trui en de kachel aan"? Onze planning om een leuke kroeg op te zoeken en lekker uit eten te gaan, ging ook niet door; alles gesloten. Het werd een snelle hap van een take-away! 's Avonds werd mijn grootste angst werkelijkheid; een enorme spin in de camper. Gelukkig was één gil voldoende om de hulptroepen (manlief) op te laten draven die de spin vakkundig verwijderde. Brrrrrrrrr....!
De 2e kerstdag zijn we weer verder getrokken, het was weer prachtig weer en we belanden in Gundagai, een leuk plaatsje met o.a. een historische brug. Naast de camping een zwembad waar we heerlijk hebben gezwommen en van het zonnetje hebben genoten (en waar Harm in een bij stapte, waar hij flink veel pijn van had, gelukkig was er de badmeester met een wondermiddel in spuitbus). De 27e reden we richting Albury, onderweg de beroemde "Ettamogah pub" bezocht (zelfs een biertje gedronken en dat om 11.00 uur 's morgens!). Heel harde wind onderweg wat heel lastig reed, 's middags aangekomen in Yarawonga aan het Mulwala meer. Hier gehoord van die vreselijke ramp in Zuidoost Azië die 2e kerstdag plaatsvond. Vreselijk, de eerste berichten meldden toen 17.500 doden, helaas bleken dat er later veel meer te zijn. Het raakte ons enorm en ik voelde me af en toe zelfs een beetje schuldig dat wij vakantie vierden terwijl er niet zo heel ver bij ons vandaan heel veel mensen zijn omgekomen en gewond zijn geraakt. Het leven gaat echter verder, zo ook onze reis door Australie.
Wij reisden verder langs de Murray River, deden onderweg Echucha aan; een heel leuke historische plaats waar prachtige radarboten liggen die cruises over de Murray river maken. We eindigden deze dag in Castlemaine, een onbeduidend plaatsje, maar wel de eerste plaats waar we zonder lang te zoeken een internetcafé vinden, zodat we eindelijk eens kunnen mailen met het thuisfront. Melding van vrieskou in Nederland en de geboorte van een nichtje en allerlei andere zaken en we zijn weer helemaal op de hoogte. Nog even internetbankieren, wat gaat dat toch gemakkelijk allemaal. Je kunt in Australie zien of je salaris al is gestort en jawel hoor, we kunnen nog even blijven!
Vanuit Castlemaine reden we naar Grampians NP. In Halls Gap op de camping, leuk, de kangaroes liepen zo langs de camper. Grampians NP is erg mooi, de MacKenzie Falls prachtig, maar erg toeristisch. Helaas zijn hier 3 dagen terug vier mensen uit één gezin verdronken. Een drama! De volgende dag (de 30e) Wonderland in de Grampians gedaan; een heel pittige wandeling omhoog en door een kloof. Menigeen loopt te puffen, hoe lang nog, maar het prachtige uitzicht is de moeite van de tocht meer dan waard. Voor de avond een andere camping in het bos genomen, zonder stroom, geen douche en de wc een ware ramp, maar wel met een vuurplaats. Harm vond dit fantastisch, hout sprokkelen en 's avonds heerlijk relaxed bij het vuur zitten (mannen zijn toch een beetje pyromaantje). Hoewel het de bedoeling was om oudjaar in Halls Gap door te brengen, zagen we daar toch vanaf, veel te saai, helemaal geen leuke kroeg ofzo. We reden daarom oudejaarsdag naar Hamilton, een vrij grote plaats waar genoeg te beleven zou zijn. Een plek op de camping met eigen badkamer, wat een luxe na die camping van de dag ervoor! 's Avonds een kroeg opgezocht met live-music. Wel een koele bedoening hoor, de Australische oudejaarsviering. Om even voor 24.00 uur stopte de band, tellen af van 10 tot 0 en dat is het dan. Vrijwel niemand die elkaar gelukkig nieuwjaar wenst (wij natuurlijk wel), geen vuurwerk... wat een verschil met Nederland! Terug naar de camping nog diverse andere kroegjes aangedaan, gedanst in een discotheek, meegezongen in een karaokebar.
Het is 1 januari 2005! Naar Port Fairy gereden, onderweg Mount Ecoles NP aangedaan waar we een mooie wandeling hebben gemaakt langs een vulkaankrater. Port Fairy viel ons tegen; de camping was een ramp, alles werd er zo'n beetje getolereerd, smerig sanitair, hondenstront overal. Overigens was dit van onze hele reis de enige slechte ervaring voor wat betreft een camping. Zondag 2 januari begonnen we aan de Great Ocean Road, iets waar we ons enorm op verheugd hadden. Eenmaal 's avonds op een camping in Apollo Bay, laten we alle indrukken nog eens over ons heenkomen; echt fantastisch en dan schijnt het gedeelte dat we nog krijgen nog mooier te zijn! Vol verbazing over zoveel natuurschoon, het een nog mooier dan het andere. Uiteraard heel veel foto's gemaakt, is het grote voordeel van digitale fotografie, later druk je gewoon de minder mooie foto's weg. Jammer dat het overwegend bewolkt was en, alweer, veel te koud.
Maandag 3 januari het vervolg van de Great Ocean Road gereden; gelukkig is het zonnetje er nu bij. Wederom heel bijzonder! We overnachten in Werrimbee; een kustplaats zo'n 50 km vóór Melbourne. Jammer genoeg weer te koud om even lekker aan het strand te liggen. 's Avonds gelukkig warm genoeg om buiten te zitten, dit hadden we nog niet vaak meegemaakt, 's nachts regen en onweer. Dinsdag 4 januari reden we naar Philip Island. Door Melbourne een heel gedoe met de tolweg; de campingbaas had het uitgelegd; je gebruikt de tolweg, je voertuig wordt gefotografeerd, je belt binnen 24 uur een telefoonnummer, geeft je kenteken en je creditcardnr. door en het is geregeld. Niet dus; wil die telefoniste van alles weten over het voertuig; in welke staat is deze geregistreerd en allerlei extra's. Weten wij veel, we huren dit ding alleen maar! Hoewel we rekenden op een bekeuring, viel het achteraf erg mee, niks aan de hand.
Philip Island was onwijs toeristisch, en dus duur. We hadden weinig kijk op de attractie waar we voor gekomen waren; de penguin parade, maar dit viel alles mee. Het was wel even geduld hebben, anderhalf uur in de harde ijskoude wind staan turen naar de branding wanneer die penquins nu eindelijk eens komen, maar toen ze kwamen was het echt onwijs leuk. Van die kleine dartele beestjes die een heel eind van zee af lopen om ergens in de duinen een slaapplaats te zoeken. Terug bij de camping bleek het heel hard gestormd te hebben, er lag een hele dikke tak, van de boom gewaaid pal naast onze camper. Net gemist, dat is geluk hebben!
De volgende dag begon met een domper, een lekke band. Gelukkig bleek er tegenover de camping een garage te zijn, waar de band binnen een uur gerepareerd werd. Deze dag bleef het een beetje zeuren; harde wind en regen en een route die een beetje tegenviel. Veel kilometers gemaakt en het eind van de dag in Bairnsdale op een camping. Na het eten een biertje gedronken in een kroeg in het dorp. Waar wij niets van begrijpen is het feit dat alle kroegen volhangen met tv's. Erg ongezellig, ga je in Nederland naar de kroeg dan klets je links en rechts wat, hier kijken ze tv. Ook verbaasden we ons over al die gokkasten, Aussies zijn enorme gokkers vertelde men ons. Niets voor ons, we besteden ons geld liever aan echt leuke dingen, zoals op vakantie gaan!
De volgende dag (het is 6 januari) reden we via de East Gippsland route langs Lake Entrance richting Eden, een drukke gezellige plaats waar we het Killer Whale Museum bezochten en boodschappen hebben gedaan. De rest van de tocht kwam in het teken van brandstoftekort te staan. Die ochtend was de tank nog halfvol, onderweg nergens aan gedacht en toen het nodig was, bleek er over een afstand van bijna 100 km geen enkel tankstation te zijn. Op de laatste druppel reden we Cann River binnen, waar de diesel, geef ze een ongelijk, opeens behoorlijk duurder bleek. Maar, een hele opluchting, we konden weer met een gerust hart verder.
Die avond hoopten we op een bushcamping te kunnen staan in Boundra NP, maar helaas was de camping vol. Verder gereden en terechtgekomen in Tathra, waar de camping net tegenover een hele mooie baai lag. Biertje gedronken in het clubhuis van de plaatselijk sportclub. We moesten wel lid worden (kwestie van even een papiertje invullen, ondertekenen en je bent lid). We snapten niets van de bedoeling ervan, maar het is in ieder geval best aantrekkelijk, je kunt er als lid zijnde voor een redelijke prijs heel goed eten of gewoon een biertje drinken. Na een regenachtige nacht, konden we de volgende ochtend weer lekker buiten ontbijten. Vóór we onze tocht vervolgden, toch maar even lekker aan het strand van Tathra gelegen, konden we tenminste toch nog eens smeren met zonnebrand factor 30 waar we de 1e dag een containertje van gekocht hebben, maar dat we nog weinig nodig hebben gehad.
Over de Princess HWY trekken we weer verder, eten onderweg aan Lake Corunna, rijden een prachtige route en komen uiteindelijk terecht in Batemans Bay op een gloednieuw gedeelte van een camping ver verwijderd van het drukke centrum. Ook hier weer aan zee, dus alweer smeren en lekker in het zonnetje (we moeten toch een klein beetje bruin thuiskomen?). 's Avonds nog even over de kermis gelopen, ons verdiept in het vervolg van onze route en op tijd slapen. De volgende dag is ons doel Morton NP, de berg waar we eerst voorlangs reden, blijken we toch helemaal op te moeten. Een hele toer voor onze camper, in de 2e versnelling de hele weg omhoog, maar wel een heel mooie route met schitterende uitzichten (helaas voor de chauffeur).
Na het bekijken van een waterval, rijden we naar Bundanoon waar een bushcamping is. Daar aangekomen blijkt er al een tentje op onze plek te staan. Plek dubbel geboekt?? Wel een tegenvaller, we kunnen onze camper wel kwijt op de plek, maar het tentje staat precies voor de vuurplaats en de eigenaar ervan is nergens te bekennen. Toch het vuur maar aangestoken om het vlees te bbq-en. De eigenaar van het tentje kwam pas veel later aangewandeld, bleek er illegaal te staan wat volgens de buren vaak voorkomt op dergelijke bushcampings.
Na een regenachtige nacht, onze handdoeken hangen helemaal te druipen, gaan we de volgende ochtend eerst een wandeling maken naar een oude kolenmijn. Daarna vervolgden we onze rit via de Macquarie Pass (erg mooi), maakten onderweg nog een bushwalk door een mooi stuk subtropisch regenwoud met cascades en reden weer verder. Het eind van de middag komen we aan in Kiama. De campings zijn er erg vol, maar we kunnen toch nog een plekje krijgen voor één nacht. 's Avonds uit eten (chinees) in het centrum van Kiama en op de terugweg langs de "blowhole" (een natuurlijk ontstaan gat in de rotsen waar het zeewater zich in ophoopt en uiteindelijk uitbarst in een waterkolom die wel 65 meter hoog kan worden). Hiervoor waren we speciaal naar Kiama gekomen, helaas was het donker en, hoewel ik ergens gelezen had dat het verlicht zou zijn was het er aardedonker. Wel een heel aparte ervaring, we zagen niets, maar het ging er wel flink tekeer.
We besloten nog een dag in Kiama te blijven, vonden een plekje op een andere camping en hebben ons er prima vermaakt. Nogmaals naar de blowhole; nu zagen we het goed, maar er gebeurde vrijwel niets omdat de zee te rustig was, bij de vissers gekeken. Een van de mannen hadden kleine haaien gevangen (foto natuurlijk). Fish en chips gegeten wat de rijkelijk aanwezige pelikanen en meeuwen deed besluiten bij ons aan en op tafel te komen zitten (de meeuwen lusten de patat maar wat graag, maar de pelikanen hadden er toch wat moeite mee). 's Avonds onze dochter Sandra (ze is vandaag, 10 januari, 33 jaar geworden) gebeld om haar te feliciteren. We bellen om 20.00 uur, thuis is het 10.00 's morgens, Sandra is net uit bed, heeft haar verjaardag de dag ervoor (zondag) gevierd, het was als vanouds weer gezellig.
Dinsdag de 11e alweer, over een week moeten we de camper inleveren. We liggen 3 dagen voor op onze planning, wat waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat we nog geen echte warmte hebben gehad. Hoewel we veel mooie campings aan zee hebben gehad, was het toch nooit zo heet dat we geen zin hadden om verder te trekken. Dit hadden we wel verwacht, in de zomer is het in Australie toch 30 à 40 graden? Nou, deze zomer niet dus en hoewel we erg van warmte houden, vinden we het nu niet erg.
Bij alles wat we tot nu toe hebben ondernomen en wat ook op ons verlanglijstje stond, hadden we redelijk tot goed weer. Hoewel we in de buurt van Sydney zitten (ons eindstation), besluiten we weer langs Sydney omhoog te gaan. Eigenlijk dezelfde weg terug die we 4 weken ook hebben gereden. Thuis had ik gelezen over Tamworth, een stad zo'n 400 km ten noordwesten van Sydney, waar van 14 t/m 23 januari het jaarlijks countryfestival plaatsvindt. Omdat we erg van (country)muziek houden leek ons dit heel leuk om mee te maken.
We rijden dus de 11e weer via Wollongong door Sydney en komen het eind van de dag in Cessnock terecht. Deze streek (Hunter Valley) is een heel bekend wijngebied. Trekt veel mensen die de boeren langsgaan om de verschillende wijnen te proeven. Nu drinken wij vrijwel dagelijks een glaasje rode wijn, maar hebben er hier totaal geen behoefte aan om te gaan wijnproeven. Waarschijnlijk heeft dit ook te maken met onze zomervakanties in Frankrijk waar we dit al een paar keer hebben gedaan. We staan op een camping waar de koeien vlak achter de camper staan, we verwachten dan ook veel overlast te hebben van vliegen, maar dat is helemaal niet het geval gelukkig.
Vanuit Cessnock rijden we de volgende dag naar Tamworth. We komen daar om 16.00 op als tijdelijke camping ingerichte sportvelden. Het festival trekt zo'n 80.000 mensen dus die moet je toch ergens kwijt. Een aparte belevenis; je zoekt gewoon een plekje waar je wilt staan. Gelukkig vinden we een plaatsje onder een spoorbrug (waar 2x per dag een trein overheen gaat) en naast een grote boom. Schaduw dus en dat heb je wel nodig, want het is hier kokend heet! Het is hier een bonte verzameling van overwegend oude hippies; hoeden op, cowboylaarzen aan, veel bier drinken (onze buurman drinkt de hele dag bier in plaats van water), veel gitaarspelende en zingende mensen wat soms echt nergens op lijkt, maar de sfeer is er heel goed en het is erg gezellig. Hoewel het festival pas over 2 dagen begint is het er al heel druk. Als we 's avonds de stad ingaan, speelt er al op veel plaatsen muziek. Wij belanden in een kroeg met een fantastisch goede band. De zangeres zong heel goed (ook nummers van Patsy Cline waar wij zo van houden) en een jonge knul speelde viool. Echt heel mooi, de hele tent ging uit zijn dak! Het werd dan ook sluitingstijd dat we weer richting camping gingen, waar alles al heel vredig lag te slapen.
De volgende dag (13 januari) was het verschrikkelijk heet, de portable wc-cabines op de camping kon je maar beter niet gebruiken, want je werd er onwel van de hitte. We zijn lekker naar het zwembad gegaan, waar je ook lekker kon douchen en van de wc gebruik kon maken. 's Avonds dezelfde kroeg weer opgezocht, helaas andere muziek, gezellig gekletst met 2 mannen uit Sydney die op dezelfde camping stonden. Toen ik ze vertelde dat wij overdag naar het zwembad gingen om behalve lekker te zwemmen, van het schone sanitair daar gebruik te maken, hebben ze dat blijkbaar goed in hun oren geknoopt. De volgende dag lagen we net bij het zwembad en daar komen de 2 mannen aan, schuiven gezellig bij ons aan en maakten natuurlijk ook, net als wij, gebruik van het sanitair.
Na 3 dagen Tamworth houden we het voor gezien, hoe gezellig we het ook vonden. De hitte is er ondraaglijk, tenminste voor ons. Ik zat in de schaduw van de boom met mijn voeten in een emmer koud water en nog was ik helemaal oververhit. Lopen over straat om even een boodschap te doen of als je naar de stad wilde, leek een zelfmoordpoging! Zaterdag 15 januari vertrekken we dus uit Tamworth en gaan richting kust. Het wordt Port Stephens, Nelson Bay, 200 km ten noorden van Sydney. Ook hier weer overvolle campings en erg druk. Na een nacht Nelson Bay stappen we op en gaan naar Anna Bay, een km of 10 verder maar een stuk rustiger en de camping ligt aan Samurai beach, een heel mooi stukje natuur. Hier staan we 2 dagen, waarvan het de eerste dag heel mooi weer is, zodat we lekker kunnen zwemmen in zee.
De 2e dag is het ronduit slecht, harde wind en regen. We komen dan ook laat uit bed, treffen voorbereidingen voor het inleveren van de camper (wat morgen moet gebeuren) en maken 's middags nog een paar hele mooie wandelingen. Het is dan even droog, we gaan eerst naar ocean rocks, of het wel echt een wandelpad was betwijfel ik achteraf, maar het was behalve heel mooi, een levensgevaarlijke onderneming. Een heel smal pad heel hoog boven zee zonder ook maar enige bescherming in de vorm van een afrastering of wat dan ook. Door de vele regen was het pad erg glibberig, waardoor je jezelf af en toe, om niet naar beneden te storten, vast moest houden aan takken en bomen terwijl je over rotsen, omgevallen bomen enz. moest klimmen. Harm vond het prachtig, ik stond doodsangsten uit.
Het pad eindigde bij een enorme rotswand die oprees vanuit de zee, verder konden we niet dus we moesten het hele stuk terug! Na deze gewaagde onderneming, hebben we nog het officiele pad gevolgd naar Tomaree Head, het hoogste punt van Tomaree NP. Vergeleken bij de wandeling ervoor was dit een eitje, keurig aangelegde paden en trappen omhoog! Flink natgeregend, maar voldaan van de flinke wandelingen terug naar de camping. Onze laatste avond en nacht in de camper kunnen we slecht slapen. Onze 32 daagse campertocht zit er op helaas.
De volgende dag, dinsdag de 18e, rijden we op tijd. We hebben met het verhuurbedrijf afgesproken dat we rond 14.00 uur er zullen zijn. We hebben nog 240 km te rijden en we moeten de plaats in Sydney waar we de camper moeten afleveren, nog zoeken. Het loopt echter voorspoedig en nog voor 13.00 uur zijn we op de plaats van bestemming. Een korte check om te kijken of de camper goed is afgeleverd, wordt oké bevonden. We zijn dik tevreden, want we hadden gekozen voor het hoogste bedrag van eigen risico (6000 dollar) wat eigenlijk heel ongebruikelijk was, maar we hebben helemaal geen schade dus we vangen het volledige bedrag weer terug! We worden met onze bagage naar het station gebracht waar we de trein nemen naar Kings Cross. Daar aangekomen blijkt ons hotel vlakbij het station te liggen, dus we kunnen lopend naar het hotel.
We zitten midden in Kings Cross, hier hebben we bewust voor gekozen. Drie jaar geleden zaten we in dezelfde wijk, en hoewel de Aussies je voor gek verklaren als ze horen dat je daar verblijft, vinden wij het er erg gezellig. Het is er net de Wallen van Amsterdam. Onze laatste 3 dagen van bijna 6 weken Australie brengen we dus in Sydney door. Het weer is goed, dus we wandelen veel, gaan met de ferry naar Watson Bay, een klein strandje dat veel mooier is dan het massale Bondi Beach! We zwemmen wat, pikken een terrasje, gaan lekker uit eten, gaan de Sydney Tower op, brengen uren door in Sydney Aquarium (helemaal te gek, je loopt door een glazen tunnel en de haaien en allerlei andere soorten vissen zwemmen vlak boven je hoofd en langs je). Jammer dat we het fototoestel niet bij ons hadden, we hadden niet verwacht dat je er mocht fotograferen.
Vrijdagochtend 21 januari om 7.00 uur worden we opgehaald door de airportshuttle. Om 10.30 gaan we de lucht in en om 18.00 uur (de klok is 2 uur terug gezet) landen we op Narita (Tokyo) waar het vriest!. We zaten voor het eerst "upper" het bovendek van het vliegtuig. Perfect, er zitten maar 60 mensen, dus het is er veel rustiger en je hebt meer ruimte. Dit schijnt zo te zijn omdat vroeger deze plaatsen als bussinessclass werden gebruikt. We hebben een overnachting in Tokyo in een superdeluxe hotel, is allemaal bij de vlucht inbegrepen. We eten er nog wat (erg weinig voor erg veel geld), drinken nog wat in de bar bovenin het hotel waarvanuit je een prachtig uitzicht over de stad hebt en gaan lekker slapen.
De volgende ochtend een heerlijk uitgebreid ontbijt en we kunnen (wat een luxe) in het hotel inchecken, de koffer inleveren en zelfs een verzoek indienen voor een plaats (wij weer bovenin natuurlijk) in het vliegtuig (3 stoelen met z'n tweeën). Op het vliegveld nog even lekker rondgewandeld, wat gekletst met een jong stel uit Alkmaar, wat gedronken en om 13.30 uur vliegen we in 12 uur vanuit Tokyo naar Amsterdam. Een perfecte vlucht, we zijn onderweg zoet met spelletjes op het persoonlijk tv-scherm, we krijgen volop te eten en te drinken en we landen precies op tijd op Schiphol. Onze jongste dochter Marit is er met haar vriend Dennis om ons op het halen. Volop verhalen over en weer, eenmaal thuisgekomen drinken we koffie en, hoewel we eigenlijk meteen naar een feest zouden vanwege onze schoonzus die 50 was geworden, vallen we, nadat we hebben gedoucht, om 21.30 uur spontaan voor de televisie in slaap.
Nu, zondag 30 januari, 's avonds 21.45 uur. Alles is alweer gewoon, Harm is woensdag voor het eerst weer te werk gegaan en ik begin dinsdag in een nieuwe job. De foto's staan allemaal in de pc en we hebben ze laten afdrukken, voor ons was dit een heel bijzondere reis en dan vinden we het heel mooi om er een fotoalbum van te hebben. We hebben allebei heel veel last gehad van een jetlag, mensen die nooit zover gereisd hebben, snappen er niets van. Hoewel het voor ons ook moeilijk te begrijpen is, je valt spontaan in slaap op momenten dat je niet slapen wilt, bijvoorbeeld om 6 uur 's avonds en midden in de nacht word je wakker en dan lig je gezellig te kletsen met elkaar en kun je niet meer slapen. Heel vreemd allemaal, het heeft waarschijnlijk alles te maken met het tijdverschil (je biologische klokje raakt in de war), maar waarom hebben we er dan op de heenreis helemaal geen last van en op de terugreis wel? Is ook niet bij iedereen hetzelfde, ik heb mensen gesproken die het net andersom hadden??? Nou ja, het hoort erbij en voor zo'n mooie reis heb je dat er uiteraard graag voor over.