Canberra
Terug gekomen uit Perth moesten Jetje en Roosje weer gaan wennen aan het backpackersbestaan. We vlogen op Sydney en na twee nachten gingen we met de Greyhound naar Canberra. Canberra is een aparte stad... We verdenken de inwoners van deze stad ervan dat ze geen echte mensen zijn, maar robots in grijze pakken/mantelpakjes. Alles in Canberra is "perfect". Zo zijn de grassprietjes tot op de millimeter gelijk geknipt (waarschijnlijk met een nagelschaartje).
Dat de stad dan ook niet geleidelijk is ontstaan maar door een architect in één keer is ontworpen, is duidelijk te zien. Na vier dagen ècht geprobeerd te hebben om het backpackersleven op te pakken en weer te zeulen met onze steeds zwaarder wordende backpacks hebben we toch maar besloten om een autootje te huren. Lekker alles in de achterbak / op de achterbank (onze backpacks zijn zoooo groot dat er maar één in de achterbak paste, of was het dat onze auto heel klein was?!)
Nee, geen slecht woord over onze love-machine; de oh zo charmante en betrouwbare zilver metallic Hyundai Getz!!! Alles in de auto gepakt en de roadtrip kon beginnen! JEEEEEEHHH! In het begin was het echter niet veel 'JEEEHH!', meer 'OJEE'.. We waren nog een beetje onwennig met het rijden aan de linker kant, maar zodra we Canberra achter ons gelaten hadden en de highway als een rechte, brede weg voor ons lag viel alle spanning van ons af en ging de muziek aan.
Jervis Bay
Op naar Jervis Bay! Na de hele middag door het gelige en heuvelachtige landschap van NSW gereden te hebben en we geen schaap of koe meer konden zien, kwam dan eindelijk de zee in zicht. We gingen naar het plaatsje Huskisson in de baai van Jervis. Het zag er allemaal mooi uit, nu nog een slaapplek. Vol goede moed gingen we naar een motel. Jezus! Wat een prijzen! Op naar het volgende en het volgende... Alles was te duur. Maar.. gelukkig was er ook nog "The Pub". Slechts 35 dollar p.p. per nacht (normaal is een hostel zo'n 25 dollar).
Godzijdank hebben we eerst een kijkje genomen in de kamers. Zelfs de Adams Family woont nog in een minder eng en oud huis! Zonder nog te zeggen dat we geen kamer namen, renden we al naar onze auto. Ok, geen accomodatie in Jervis bay dus. Op naar het plaatsje met de geweldige naam Ulladulla. In Ulladulla hebben we twee nachten doorgebracht in een leuk klein hosteltje. We zijn de eerste dag teruggereden naar Jervis Bay. Waar we prachtige stranden gezien hebben in het National Park. Het was een hele leuke dag en toen we terug reden zagen we ook nog eens kangaroes langs de weg.
Op naar de Snowy Mountains
De volgende dag zijn we eerst nog op zoek gegaan naar dolfijnen die zwemmen bij het plaatsje Mollymook. Helaas wilden ze zich niet aan ons laten zien. Dus toen doorgereden naar Narooma waar we een nacht in de YHA geslapen hebben. Na Narooma verlieten we de kust en zijn we het binnenland ingegaan, op naar de Snowy Mountains. Maar niet voor we langs het hele leuke dorpje Central Tilba gestopt waren. Central Tilba is een heritage listed dorpje in groen heuvellandschap met allemaal oude gekleurde huisjes. Arts & crafts, sieraden en ouderwetse kruidenierszaakjes. In het snoepwinkeltje kregen we -lieve meisjes als we zijn- een zakje Nederlandse drop van de meneer mee.
Drop smikkelend en mee zingend met de Nederlandse liedjes van onder andere Marco Borsato en Blof reden we verder naar Bombala in "Platypus Country". We hebben gespeurd, we hebben gezocht en we hebben na ongeveer een uur heel zielig en verslagen naast een rivier gezeten. Geen enkele platypus gezien! Nou, dachten we toen, dan kopen we wel een postcard van een platypus in het dorpje. Maar nee hoor, zelfs dat was ons niet gegund. Nergens een ansichtkaart te vinden. We begonnen te twijfelen; bestaan die rare beesten eigenlijk wel?!
Ervaren als we zijn, namen we de shortcut van Bombala naar de Snowy Mountains. Dertig kilometer van deze weg (die op de kaart al als een heel dun weggetje aangegeven stond) was weg! Nou ja, niet helemaal weg, maar het asfalt ontbrak in ieder geval. Gelukkig kan ons Hyundai Getzje alles aan en kwamen we veilig aan in Jindabyne waar we 's avonds gegeten hebben. We moesten echter nog verder de bergen in. Namelijk naar het wintersport plaatsje Thredbo, want daar zouden we twee nachten in de YHA slapen.
De volgende dag hebben wij op onze flipflops de hoogste berg van Australie beklommen; Mount Kosciuszko (2228 meter). Eerst met de stoeltjeslift een stuk omhoog en daarna 13 km heen en terug naar de top. We hebben zelfs nog SNEEUW gezien! Echt waar, we hebben bewijs, check de foto's maar. Alsof we nog niet genoeg gelopen hadden, gingen we 's avonds nog op zoek naar wombats. Ze komen te voorschijn rond zonsondergang en dus gingen Jetje en Roosje rond die tijd met zijn tweetjes de bush in. Maar ja, natuurlijk was er in de verste verte geen wombat te bekennen. Wel hebben we kangoeroes en een emu gezien! Toch nog een aardige vangst. Na twee nachten Thredbo was het tijd weer richting Canberra te gaan. Onderweg nog een echidna gzien! Ja, ja mensen, we worden echte wildlife watchers. En dan hebben we het nog niet eens over Jetties nieuwe passie van het vogelkijken gehad....
Terug in Canberra
In Cooma hebben we een tussenstop gemaakt en hebben we met de locals gezwommen in een rivier waar heel groot stond dat je er niet mocht zwemmen. Stout he?! Nu zat de roadtrip er toch echt bijna op. 's Avonds weer in Canberra geslapen en de volgende dag met pijn in ons hart ons autootje weer ingeleverd. Hij was alleen niet zo zilver meer. Geel is meer het woord denken we. Geel van de hele laag van gele insecten die op de voorkant zat! We hebben nog geprobeerd ze er met stokjes vanaf te peuteren, maar nee, ze waren één geworden met de lak. Na de auto 's ochtend ingeleverd te hebben zijn we om half twee voor de laatste keer op de Greyhound gestapt. Na 9 uur en een kwartier kwamen we aan in Melbourne. Tijd voor nieuwe avonturen in Melbourne!