Alle ambtenaren zijn lui
Een paar jaar geleden wilde ik heel graag ambtenaar worden. Grappen over ambtenaren vond ik altijd erg kortzichtig en generaliserend. Eigenwijs als ik ben, sloeg ik alle vooroordelen in de wind en liet ik niets of niemand mij ervan weerhouden om Rijkstrainee te worden. Tot het Rijk mij niet selecteerde voor de tweede sollicitatieronde. Minor detail. Mijn droom om ooit Bert Koenders op te volgen werd bruut en abrupt beëindigd, alvorens überhaupt te zijn begonnen.
Van een carrière als ambtenaar is het nooit gekomen. Een teleurstelling die ik nooit echt te boven ben gekomen. Tot ik twee maanden geleden naar Australië verhuisde. Het eerste baantje dat mij in de schoot werd geworpen bleek namelijk bij de gemeente te zijn. Eindelijk werd ik dan toch nog ambtenaar. Waar 24 uur vliegen al niet goed voor is.
Inmiddels zijn de eerste werkweken hier verstreken en ik hoop dat dit mijn eerste en laatste baan als ambtenaar is. Ik kon al na mijn eerste week alle grappen en vooroordelen over ambtenaren bevestigen. Mijn collega's zijn echt heel erg lief, aardig en gezellig. Maar het hele systeem is zo inefficiënt als de pest. Waar een simpele actie door slechts één persoon gedaan kan worden, zijn er bij de gemeente vijf collega's voor nodig. Een voorbeeld: collega 1 rapporteert per telefoon aan collega 2 dat er een stoeptegel schuin ligt, collega 2 meldt dit incident per email aan collega 3 (dat ben ik), ik noteer dit in de computer waarvan collega 4 een bericht krijgt, die collega 5 de stoeptegel recht laat leggen, die dan weer aan collega 4 doorgeeft dat het klusje geklaard is, collega 4 meldt dit aan collega 3 (daar word ik weer aan het werk gezet), en ik zet dan weer een vinkje in de computer dat de stoeptegel weer recht ligt. Een stukje process improvement lijkt mij hier geen overbodige luxe.
Waar ze hier trouwens ook heel goed in zijn is vergaderen om het vergaderen. Afgelopen week bereikte dit een absoluut hoogtepunt: mijn grote baas riep ons allemaal bij elkaar, omdat hij iets belangrijks had te vertellen. Bij mijn vorige werkgever was dit nooit echt positief, dus ik was al bang dat ik m'n pen en agenda (je hebt niet zoveel spullen als uitzendkracht) in mocht pakken en niet meer terug hoefde te komen. Maar nee, de grote baas had veel slechter nieuws: hij was een week eerder benaderd door de grote baas van de eerste verdieping, met de vraag of zijn mensen misschien gebruik mochten maken van onze kantine tijdens de verbouwing van hun eigen kantine. Waar een simpele 'No worries' had volstaan, vond onze baas het nodig om daar een vergadering voor in te lassen met alle managers van onze verdieping. Tijdens de vergadering is besloten dat de mensen van de eerste verdieping wel bij ons mochten komen lunchen. Vooruit dan maar. Nu vond ik dit gedeelte op zich al hilarisch, maar het werd nog beter.
Onze baas heeft ons namelijk allemaal een opdracht meegegeven: wij moeten in de gaten houden of de mensen van de eerste verdieping niet teveel thee en koffie drinken. Als zij dat wel doen, moeten we daar direct melding van maken, omdat de kosten voor koffie en thee dan intern verrekend moeten worden tussen de twee verdiepingen. Ik moest echt keihard lachen toen ik dit hoorde, want ik vond dit best wel humor. Toen er echter niemand anders met mij meelachte, begreep ik dat dit een uiterst serieuze zaak was. Seriously?! Het lijkt mij sowieso een broekzak-vestzak verhaal, maar daar denk ik waarschijnlijk te makkelijk over. Ik dacht trouwens dat die Aussies altijd zo relaxt waren en nergens moeilijk over deden. Maar dat geldt in ieder geval niet voor de Aussie-ambtenaren (om er nog maar even een generaliserende mening in te gooien en dit stukje uiterst genuanceerd te houden). Ik ben er in ieder geval achter dat werken bij de overheid niet echt mijn ding is. De zoektocht naar de ideale baan wordt vervolgd.
Over Eva
Zonder er ooit te zijn geweest, had Eva Derksen (1982) van jongs af aan de droom om ooit in Australië te wonen. Ze had visioenen van dat land als paradijs op aarde, waar uitsluitend relaxte mensen wonen, de zon altijd schijnt, waar je zonder inspanning in een surf babe verandert en waar alles gewoonweg beter is.
Begin 2012 kwam deze droom uit, toen haar vriend de kans kreeg om voor een jaar in Perth te werken. Zonder er ook maar een seconde over na te hoeven denken, zegde Eva haar baan op en reisde met hem mee naar de Westkust van Australië.
Na het regelen van een appartement, een auto en een baan, is de tijd aangebroken om te genieten van alles wat het land te bieden heeft: eindeloze zandstranden, waanzinnige roadtrips, de heerlijke Aziatische keuken, openbare bbq's, perfecte surfgolven en een overweldigende diversiteit aan wildlife.
Tussen het genieten en parttime werken door, probeert Eva ook nog haar dertigersdilemma op te lossen. Wat wil ze nou echt gaan doen, later als ze groot is? Misschien is dat wel 'iets met schrijven', aangezien ze tijdens hetuitvoerigverslag uitbrengen aan het thuisfront via haar blog, haar passie daarvoor herontdekt. Met veel plezier schrijft Eva ook voor australie.nl over leven aan de Westkust.