Magisch blauw
Na één dag verlaat ik Sydney alweer. Ik ga een dag naar de Blue Mountains, slechts anderhalf uur van de stad. De gids vraagt of ik naast hem voorin wil zitten aangezien de bus vol zit. Voor mij was hier sowieso al geen twijfel over mogelijk. Ik wil geen enkel uitzicht missen en dus neem ik ook nu mijn gebruikelijke stoel in.
Onderweg vertelt de gids, een rasechte Australiër met de welbekende bijbehorende hoed op, lange verhalen over de ontdekking van zijn land; over hoe men eerst, ook de Nederlander Abel Tasman, aan de westkust belandde. Meteen werd de conclusie getrokken dat het een verschrikkelijk land was: woestijn, bloedhitte, muggen, geen water en geen eten.
Maar in 1770 bereikte James Cook de goede kant van Australië. Hij ging aan land in Botany Bay, nu Sydney. Cook kwam terug met mooie verhalen, waarop de Engelse regering een oplossing zag voor de overvolle gevangenissen. Het afgelegen Australië was perfect als strafkolonie. Maar de aboriginals woonden al meer dan 50.000 jaar in dit land, wat natuurlijk voor problemen zorgde toen de Britten ditzelfde grondgebied claimden.
Na de ochtendmist verschijnt nu de blauwe gloed. Weer maakt Australië waar waarvan ik, toen ik het las of zag op televisie of foto’s, niet dacht dat het echt waar kon zijn. De eucalyptusbomen zweten olie. Het hele jaar door blijft er immers warmte aanwezig. Het stof in de lucht kleeft aan de olie vast. Vervolgens zorgt de lichtbreking van de blauwe kleur voor dit wonderlijke tafereel. Ik heb een verbluffend uitzicht over de deken van zeer dichte eucalyptuswouden, met in de verte Flat Rock. Ik sta hoog bovenop de platte `tafelberg’ aan de rand van een enorm diepe afgrond, maar ooit was dit de bodem van de zee.
Na de lunch in Leura is het tijd voor Scenic World. Eerst worden we naar de andere kant van de vallei gebracht met de Scenic Skyway. Ik herken dit uit duizenden. Mijn grootste voorbeeld Floortje Dessing zat ooit, net als ik op dit moment, op de glazen bodem van deze skilift’. `Nu is het nog mat glas, maar simsalabim…kijk nou eens!’ Op een hoogte van twee keer de Sydney Harbour Bridge hang ik aan de kabels en kijk ik diezelfde diepte in.
Het duurt slechts een paar minuten om de andere kant te bereiken. Het gaat zo snel en ik ben zo druk met het bewonderen en op camera vastleggen van de prachtige uitzichten en de beroemde Three Sisters, dat ik de Katoomba Falls mis. Ik ben verbaasd hoe goed ik de drie rotsen zie. Als we even later de Jamison Valley in duiken met de zeer steile kabeltram, zie ik de watervallen gelukkig wel. In de vallei volgt mijn eerste wandeling door echt, oeroud gematigd regenwoud. Exotische vogels zingen ons toe.
De lucht is vochtig, maar heerlijk fris en gezond. De hoge rotswanden bewijzen dat het, in de tijd dat men Australië ontdekte, onmogelijk was om door dit berggebied te komen. Ik heb nog een paar mooie fotomomenten met de Three Sisters. Het zijn de zussen Meehni, Wimlah en Gunnedoo die verliefd werden, maar vervolgens door de desbetreffende jongens werden bedreigd. Een tovenaar nam het op voor de meiden en bracht ze naar de bergen, waar ze veilig zouden zijn. Daar veranderde hij de drie gezusters in steen. Hij beloofde hen weer op te komen halen nadat hij de jongens een lesje had geleerd. Vandaag de dag wachten de drie zussen op deze plek in de Blue Mountains nog steeds op hun weder transformatie.
Via de kolenmijn bereiken we de steilste trein ter wereld. En wij gaan niet vooruit naar beneden, maar achteruit naar boven. Dit is misschien zelfs nog wel spannender. Het is inderdaad heel steil. En dan wordt het ineens pikkedonker en gaat de trein door een nauwe tunnel in de rotsen. De adrenaline giert door mijn lichaam. Maar van mij had de trein zelfs nog wel sneller gemogen, voor nog meer spanning.
Voordat we terugkeren naar Sydney stopt de bus nog bij de grootste watervallen van de Blue Mountains, de Wentworth Falls. Hier neem ik voor de laatste keer de vergezichten in me op van groene eucalyptusbossen in diepe valleien met een magische blauwe gloed erboven. Onwerkelijk? Ja, maar toch is het de werkelijkheid. Aanschouw het zelf!
Over Nathalie
Nathalie Beersma (1992) had als grote ambitie om stage te lopen in een metropool zo ver weg mogelijk. Deze droom heeft ze verwezenlijkt toen ze in 2013, in het tweede jaar van haar studie Functiegericht Toerisme en Recreatie, stage ging lopen in Adelaide.
Door haar bestemmingsanalyse wist ze al snel alle bekende en minder bekende plekken Down Under te benoemen. Halverwege de stage besloot ze zelf haar droomreis te creëren, zodat ze het met eigen ogen kon zien. Vier dagen na haar laatste stagedag begon ze aan dit avontuur. Van de uitgestrekte rode woestijn, naar groene bossen en een betoverende gouden kust met kaarsrechte kliffen. Gevolgd door wereldsteden vol culturele bezienswaardigheden en ten slotte de wonderlijke onderwater wereld en het tropisch regenwoud in het uiterste noordoosten.
Het werd een reis die haar persoonlijkheid heeft veranderd. Met de Twelve Apostles die voor altijd in een plek in haar hart hebben veroverd. In haar columns is te lezen wat Aussie met Nathalie heeft gedaan.`Travel the world and let the world change you.’