Mooiste baan in de wereld
We zitten onder de groene poeder en ik nies mij rot. Terwijl ik met de takkenschaar door de lucht zwaai, probeer ik de steel van de bloem te vinden. Zodra ik de steel stevig tussen de schaar voel zitten, duw ik de twee handvaten tegen elkaar aan en valt de poederige bloem op de grond. Mijn ogen prikken en de zon brand op mijn voorhoofd. We horen het bonzende geluid van de emu dichterbij komen. Inmiddels zijn we zo vertrouwt met Emma de emu, dat mijn angst voor haar is verdwenen.
Net als onze truc om onszelf al stampend door het droge gras te bewegen, om slangen te laten weten dat we er aan komen.
Vermoeid zak ik door mijn knieën bij de stapel bloemen. Vandaag plukken we groene banksia’s. We gaan we ze tellen, ons doel voor vandaag: 350 bloemen. Ik trek mijn buff sjaaltje voor mijn neus en
mond, het fungeert uitstekend als mondkapje tijdens het tellen van de poederige bloemen.
Vanmorgen om 5 uur zijn we begonnen, dat is het beste moment van de dag. Het is nog koel, waardoor je niet na elke stap het gevoel hebt dat je gezicht er af smelt. Het bloemenveld noemen we ook wel gekscherend ‘’Narnia’’.
Het is een doolhof van prikkelende bladeren. Deze bloemen zijn eigenwijs en groeien door elkaar heen, de weg van de minste weerstand gaat voor hen niet op.
Om beurten bukken we bij de stapel bloemen en tillen we zoveel als we kunnen achterin de ute (de Australische term voor een auto met een open bak aan de achterkant). Wanneer alle bloemen onder het net vast liggen, rijden we hobbelend over de zandpaden terug naar de shed. Het is een grote, open schuur waar we kunnen schuilen tegen de brandende zon en de plek waar we de bloemen bewaren tot ze worden opgehaald voor de export. Even een slokje water, mondkapje weer voor en we ontdoen de stelen van hun bladeren. Met de grote waterslang vul ik de emmers waar de bloemen straks in gaan. Hier en daar springt een spin verschrikt op vanuit het hoekje waarin het verstopt zat.
Onze gezichten zijn bedekt met een zacht laagje poeder, dat aan het zweet is blijven plakken. Onze handen branden van de herhalende beweging en de prikkende bladeren. Voldaan eten we een waterijsje en kijken we elkaar lachend aan.
Over Robin
In juni 2017 is Robin samen met haar vriend Mitch, met een Working Holiday visum op zak naar Australië vertrokken. Robin backpackt al vanaf haar 17e en heeft ook voor langere periodes in het buitenland gewerkt. Ze hebben samen gekozen voor Australië, omdat ze graag met een camper wilden reizen. Australië geeft hun de ruimte om te kunnen werken als het spaargeld er te hard doorheen gaat.
Het plan was om 1 jaar te blijven, maar tegen het einde van dat jaar hadden ze 88 dagen werken op een boerderij er allang opzitten. Robin en Mitch hadden het gevoel dat ze nog niet klaar waren met Australië. Dus besloten ze nog een jaar te blijven. Zo hebben ze gereisd, gewerkt, bij een Aussie gewoond en twee auto’s gekocht die zij hun ‘huis’ noemden.
Met plezier neemt Robin jullie mee in hun Australië avonturen. Sommige situaties waren volledig gepland en andere kwamen voor hun volledig onverwacht. Hoe ga je daarmee om als je als stel 24 uur samen leeft? Eén ding weet Robin wel: het is de beste beslissing die zij ooit hebben gemaakt.