Pinguïn parade
Nu ik alles in de stad zelf heb gezien, besluit ik me mee te laten nemen naar de topattractie wat betreft dagtripjes vanuit Melbourne: Philip Island. Gistermiddag had ik bij meerdere reisagenten geïnformeerd of er nog een plekje was in de bus. Gevoelens van spijt en teleurstelling kwamen boven toen ik merkte dat er weinig mogelijkheden meer waren. Waarom had ik dit niet eerder bedacht en geboekt? Dan had ik zoveel meer uit mijn laatste dag in Melbourne kunnen halen. Mijn laatste hoop was het reisbureautje in Hotel Discovery. Een erg vrolijke jongeman belde meteen Wildlife Tours Australia. Gelukt.
Nu is het tien uur ’s morgens en zit ik weer op de voorste stoel in de bus. We verlaten de stad via St. Kilda. Hierna bereiken we het te blauwe water van Port Philip Bay en de kleurrijke strandhutjes op Brighton Beach. We rijden door Dingley, bekend vanwege de kerk met een mooie klokkentoren en de golfbanen, maar nog het meest vanwege de markten op zondag. In Dandenong kun je op de Puffing Billy stappen, de oudste nog in gebruik zijnde stoomtrein in Australië. Na Cranbourne, met een zeer oud postkantoor en politiebureau, opent de omgeving zich. De stoplichten zijn voorbij en het is tijd om op zoek te gaan naar de lokale dierenvrienden in het wild.
Niet vlak hierna is French Island in zicht en even later ook Philip Island, dat we op gaan via de brug. Het water is spiegelglad. Aan de voet van de rotsen hangt mysterieuze nevel. Het eiland is enorm groen. Er zijn slechts een paar rechte wegen over het eiland. We lopen heel even Woolamai Beach op, vanwaar we de piramiderots kunnen zien. Onvoorstelbaar dat ik midden in de winter in een T-shirt op het strand loop, in de volle zon. De volgende stop is bij de zwarte rotsen van The Nobbies. Ik speur naar de zeehonden op de Seal Rocks, maar kan ze niet vinden. Later vertelt de gids dat ik ze in het informatiecentrum op de schermen had kunnen zien. Jammer, tijd tekort. Ook de toegang tot The Blowhole is geblokkeerd. Ik moest het een paar dagen missen, maar ik mag weer genieten van een mooie zonsondergang. De paarse lucht blijft betoverend, net als de feloranje zon die voor een prachtige schittering op het water zorgt.
Het is bijna donker en dus tijd voor het hoogtepunt van de dag: de pinguïn parade. Exact op het moment dat ik er klaar voor zit, misschien enkele seconden nadat mijn billen het hout van het bankje hebben aangeraakt, zie ik uit het donker de eerste witte buikjes uit de zee waggelen. In grote aantallen steken ze, veilig in groepen, het strand Summerland Beach over op weg naar hun bunker. Hun dag vissen op zee zit er weer op. Het is alsof de kleine pinguïns het voor de toeristen doen. Het is puur natuur, maar het lijkt één groot toneelstuk waarvoor honderden toeristen zijn toegestroomd om dit te aanschouwen. De pinguïns zijn letterlijk de sterren van de show. De heldere hemel gevuld met sterren maakt het ijskoud.
Toch gaan mijn emoties van genot bij het zien van dit bijzondere fenomeen gepaard met afschuw. Niets liever streep ik alle topbezienswaardigheden van de wereld één voor één van mijn bucket list, en iets wat beroemd is trekt nu eenmaal veel mensen, maar hoe moeten die aandoenlijke kleine gesnavelde dieren zich wel niet voelen? Deze plek zou een veilige thuishaven moeten zijn voor de sympathieke beestjes. Maar nee, er wordt door de gebruinde vakantiegangers heel druk gewezen naar elke pinguïn die in zicht komt. Ik vind het echt zielig. Volgens mij weten de pinguïns niet hoe snel ze zich moeten verstoppen. Denken ze fijn huiswaarts te keren, staan er ineens honderd mensen om ze heen zodra de zon ondergaat.
Ergens zou ik mij richting de ontschuldige kleine pinguïns willen verontschuldigen voor mijn opdringerigheid. Hoe zouden wij ons voelen als we ineens overschaduwd worden door immense gestaltes zodra we na een lange werkweek ons hoofd buiten de deur van ons kantoor steken en naar huis willen gaan? Dan zouden wij net zo angstig als onze zachte, gevleugelde vrienden een schuilplaats opzoeken.
Over Nathalie
Nathalie Beersma (1992) had als grote ambitie om stage te lopen in een metropool zo ver weg mogelijk. Deze droom heeft ze verwezenlijkt toen ze in 2013, in het tweede jaar van haar studie Functiegericht Toerisme en Recreatie, stage ging lopen in Adelaide.
Door haar bestemmingsanalyse wist ze al snel alle bekende en minder bekende plekken Down Under te benoemen. Halverwege de stage besloot ze zelf haar droomreis te creëren, zodat ze het met eigen ogen kon zien. Vier dagen na haar laatste stagedag begon ze aan dit avontuur. Van de uitgestrekte rode woestijn, naar groene bossen en een betoverende gouden kust met kaarsrechte kliffen. Gevolgd door wereldsteden vol culturele bezienswaardigheden en ten slotte de wonderlijke onderwater wereld en het tropisch regenwoud in het uiterste noordoosten.
Het werd een reis die haar persoonlijkheid heeft veranderd. Met de Twelve Apostles die voor altijd in een plek in haar hart hebben veroverd. In haar columns is te lezen wat Aussie met Nathalie heeft gedaan.`Travel the world and let the world change you.’